1 7 oktober 1 962 Dit is dan een bebouwingspercentage van 5. Vergelijkt men dit met de bebouwingspercentages van de Eng - waarbij men dus niet alleen met de grondoppervlakte maar ook met de etagewoningen rekening moet houden - dan komt men tot geheel andere verhou dingen. Dan krijgt men te maken met een stedelijke bebouwing van 55 huizen per ha. Dat kan natuurlijk niet worden vergeleken met de 5% in het onderhavige geval. Wanneer de heer Dijkstra zegt dat 85% van de Eng met woningwetwoningen wordt bezet, dan klopt ook daar niets van. Van de 550 huizen in het gedeelte tot de Rubenslaan zijn er 240 woningwetwoningen. De rest is particuliere en premiebouw De heer DIJKSTRA: En de rest die er al staat dan? De wethouder VAN ZADELHOFF: Dat betreft dus de bouw tussen de Dalweg en de Talmalaan. Dat is weer een ander gedeelte. U heeft aangegeven: tussen Talmalaan en Molenstraat. Spreker heeft het dan nog niet eens over de bebou wing, die in de bovenste straat ten zuiden van de Rubensstraat kan plaatsvinden, waar dus een school, een bejaardencentrum enz. komen. De bebouwingspercentages kan men derhalve niet verge lijken Het uitgangspunt voor het verkrijgen van een rede lijke grondprijs is de exploitatie-opzetIn de exploitatie-opzet moeten zijn verdisconteerd de factoren die niet op de algemene dienst kunnen drukken, doch een rechtstreeks gevolg zijn van de grondexploitatie. Dat zijn de wegen, de rioleringen, de bijdrage in de rioolwaterzuivering, de kosten van de uitbreidingsplannen etc. Daarnaast kan men natuurlijk - en dat geldt vooral voor de grond bij de Foekenlaan - ook wel zeggen: Al komt de exploitatierekening op een bepaald bedrag voor de grondprijs, men mag toch ook we] enigermate gebruik maken van de wet van vraag en aanbod. Het aanbod van deze percelen wordt steeds kleiner, zodat men zich zou kunnen afvragen: Wordt het langzamerhand niet tijd deze prijzen te herzien? Dat was de enige juiste opmer king die de heer Dijkstra heeft gemaakt. Daarin is de grondcom- missie de heer Dijkstra echter al voor geweest. De grondcom- missie heeft namelijk in haar jongste vergadering gezegd: Daar wij nog nooit, over een nieuwe prijs hebben gepraat, willen wij in dit geval de oude basis aanhouden, maar wij verzoeken het colle ge thans te stoppen met grondverkopen tegen de in het voorstel vermelde prijs en m de toekomst met een nieuwe prijs te komen. En daar houdt het college zich aan. De heer DIJKSTRA gelooft dat wethouder van Zadel- hoff volkomen langs hem heenpraat. Hetgeen de wethouder mede deelt, is spreker uiteraard bekend De grondexploitatie is weliswaar een belangrijke, maar toch niet de enige grondslag voor de prijzen. Men kan dit toch niet zover drijven, dat de prijzen voor de verschillende com plexen van de gemeente op een dergelijke wijze van elkaar afwij ken. Dat is onaanvaardbaar. Wat betreft de vaststelling van grondprijzen in de commissie voor het grondbedrijf, merkt spreker op dat noch deze commissie, noch het college tot vaststelling van de grondprijzen kan overgaan. Dit moet door de raad in zijn geheel geschieden naar aanleiding van een voorstel van het college. In deze heeft verleden jaar augustus een uitgebreide discussie plaatsgevonden naar aanleiding van de opwaartse beweging van de grondprijzen. Gedeputeerde staten hebben wel degelijk in alle toonaarden te ver staan gegeven, dat de gemeente naar boven moest met de grond prijzen - 212 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 212