21 november 1962. Verder heeft spreker gevraagd de opdracht aan het ingenieursbureau van Hasselt en de Koning te Nijmegen voorlopig niet te verstrekken. Burgemeester en wethouders antwoorden: "Wij achten, gezien het bovenstaande, dan ook geen termen aan wezig een voorstel tot intrekking van het raadsbesluit, waarbij een krediet van 10,000,-- is bes chikbaar ge s te ld voor het op maken van een schetsplan, te doen". Spreker heeft helemaal niet gevraagd het desbetreffende raadsbesluit in te trekken, maar alleen de opdracht op te schorten, zodat de raad er zich nader op zou kunnen beraden. In de slotalinea schrijven burgemeester en wethou ders, dat het structuurplan in verschillende bijeenkomsten van de leden van de raad is besproken en toegelicht. Dat is volko men waar, maar het structuurplan is tot op heden nog nooit in een openbare raadsvergadering naar voren gekomen. Van het college ziet spreker gaarne tegemoet: een detailkaart van het gedachte tracé; een opgave van het aantal bewoners die zijn aangeschreven, waar bij naar hij aanneemt, tevens kan worden verstrekt een globale opgave van de grens van de gemeente Baarn naar de gemeente Amersfoort door Soest heen; het bericht dat de opdracht aan het ingenieursbureau van Hasselt en de Koning voorlopig kan worden opgeschort. De heer ORANJE zegt dat de vragen van de heer de Bruin en het antwoord daarop van het college een zeer moeilijke stof betreffen - moeilijk voor de agrarische bevolking, moeilijk voor vele andere inwoners, moeilijk voor het college en moei lijk voor de raad. Men kan deze moeilijkheden niet uit de weg gaan, omdat men midden in een ontwikkeling staat die in ijltem po voortschrijdt en die niet alleen de eigen gemeente, maar de hele omgeving in wijde omtrek betreft. De aan de raad door de wet opgelegde taak is het verzorgen van de eigen gemeentelijke huishouding. Dat wil niet zeggen dat de raadsleden zouden mogen vergeten dat de eigen ge meente deel is van een groter geheel, maar wèl, dat zij in de éérste plaats het oog moeten richten op wat zich binnen de eigen gemeente, als deel van dit geheel, afspeelt. De moeilijkheid van het vraagstuk brengt mee dat verschil van inzicht in de oplossing ervan bij al wie zich erin ver diept, onvermijdelijk is. Spreker aanvaardt dat als een natuurlij ke zaak en als hij geen respect kon opbrengen voor de mening van anderen, zou hij hier niet als vertegenwoordiger van het liberale deel der gemeente zitten en nog minder spreken. Dat de heer de Bruin zich op een soortgelijke wijze als vele bewoners van Soest - zowel agrariërs als niet-agrariërs - heeft laten verontrusten door de gang van zaken heeft spreker be grepen. Daarom heeft hij ingestemd met de vragen die de heer de Bruin het college heeft gesteld. Er zijn redenen voor die ver ontrusting, redenen waarvoor de raad mede verantwoordelijk staat. Het college heeft daar in zijn antwoord terecht, op gewezen. Maar verontrusting en onbehagen zijn er niet om genegeerd te worden. Integendeel, zij dienen in de overwegingen het gewicht toebedeeld te krijgen dat aan die verontrusting toekomt. Dat geldt alweer zo wel het agrarische deel der bevolking als de niet-agrarische be woners van de Eng. Zou de raad anders doen, dan zou hij in zijn plicht tekort schieten. Het antwoord van het college aan de heer de Bruin is in onderdelen voor bestrijding vatbaat; het is bovendien in zijn opbouw niet gelukkig gesteld. - 240 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 240