21 februari 1962. De heer DIJKSTRA sluit zich daar volkomen bij aan. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat men op deze wijze nooit aan een eind komt met de onderhandelingen met de spoorwegen. Hij gelooft dat de consequentie van de uitslag van de zojuist gehouden stemming is, dat de raad burgemeester en wet houders een ton ter beschikking moet stellen. Of om het precies te zeggen - want de heer Dijkstra moet nog eens een beetje "fi nanciën" leren'. - 75.000,--, waarbij dan bovendien ieder jaar 2.000,-- op de begroting zal voorkomen. De heer DIJKSTRA: Volstrekt oneens'. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat de raad het college een krediet van 7 5.000,-- moet geven. Dan kunnen de aan de Dalweg nodige voorzieningen worden getroffen. Dit is de consequentie van de zojuist gehouden stemming. De wethouder van financiën wil dan misschien wel aangeven, waar dit bedrag vandaan moet komen'. Spreker weet dat tenminste niet, wat het grondbedrijf betreft De wethouder ORANJE zegt dit op het moment niet te kunnen aangeven. Hij kan echter wel zeggen dat een dergelijke uit gave betekent dat men iets anders moet laten vallen. De heer HOM herinnert eraan in de vorige vergadering te hebben gevraagd, of het college zelf met een oplossing wil ko men. Dat is niet gebeurd. Het college is met hetzelfde voorstel gekomen als de vorige keer. Thans zit men voor de feiten. Spreker heeft de vorige maal gezegd, dat de parallelweg totaal geen waarde heeft. Laat men dan vast beschikken over de bedragen, die men uitspaart door deze parallelweg niet aan te leggen en die minstens zo groot zouden zijn. De wethouder VAN ZADELHOFF: Geen sprake van'. De heer HILHORST, gelooft dat het beter is eerst af te wachten het resultaat van het nader overleg met de spoorwegen. De VOORZITTER zegt dat men ervoor moet zorgen, dat geen misverstanden ontstaan. In de januan-ver gader mg is reeds ter sprake gekomen, dat de spoorwegen zo spoedig mogelijk een beslissing wensen, omdat men de apparatuur aan het bestellen is. Dat had in januari reeds moeten geschieden. Wanneer het colle ge nu in de maart-vergadering zou komen met een voorstel om f 7 5.000,-- (of minder, doch dat moet men maar afwachten) plus 2.000,-- per jaar voor de overgang in de Dalweg beschikbaar te stellen, staat te vrezen dat de spoorwegen zouden zeggen: Ja, maar dit is ons nu toch te laat. De heer HILHORST kan zich niet voorstellen dat de spoorwegen nu reeds zouden kunnen bestellen hetgeen voor de ver breding van de Dalweg nodig zou zijn. De breedte van die overweg is nog niet eens bekend'. De VOORZITTER: De Dalweg is precies uitgetekend. Daar is alles van bekend. De wethouder VAN ZADELHOFF: De tekeningen zijn in de commissie geweest. De heer HILHORST: Ja, maar wordt die groenstrook enz. gehandhaafd? Ik geloof dat die zaak nog wel even moet worden be keken, voordat definitief kan worden beslist dat het genoemde be drag voor deze overweg nodig is. De wethouder VAN ZADELHOFF: Als wij nu ook nog aan de Dalweg gaan "knijpen", weet ik het helemaal niet meer'. De heer DIJKSTRA merkt op dat men vanavond ongeveer 80.000,-- heeft bespaard: de grondaankoop van de familie Wester- veld is aangehouden, terwijl de kosten van de gedachte parallelweg ook de ƒ40.000,-- benaderd zouden hebben - 79-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 81