28 februari 1962. Een en ander maakt dat spreker er niet over denkt zijn houding te wijzigen. Hij verzoekt het college er te bestemder plaatse op te wijzen, dat bij de spoorwegen en niet bij de raad de schuld ligt voor het feit, dat men thans in tijdnood verkeert. Hij kan zich niet voorstellen, dat een lichaam als de Nederlandsche spoorwegen zo laat zijn plannen uitdoktert, dat een gemeenteraad, die hier zoveel belang bij heeft, geen gelegenheid meer kan worden gelaten over een en ander rustig na te denken en heel rustig te beslissen. Hij heeft de indruk dat de spoorwegen de plannen eigenlijk al gereed hadden, toen zij zich tot de gemeente wendden, en dat de gemeente daarin slechts in zoverre medezeggenschap had, dat de spoorwegen zei den: Alles wat u wilt wijzigen, nadat wij ons besluit hebben geno men, moet u dan maar wijzigen, maar ook voor 100% financieren. Spreker betreurt dit in hoge mate. Hij blijft zich zeer beslist ver zetten tegen afsluiting van de Talmalaan. De heer VAN DEN AREND merkt op dat het feit dat en kele leden zich hebben verzet tegen het houden van een geheime ver gadering, niet impliceert dat zij geen vertrouwen in het college van B&W hebben. Spreker heeft wel degelijk vertrouwen in het college. Dat hij voor openbaarheid heeft gestemd, is een gevolg van de om standigheid dat bij hem en ook bij enkele anderen de overtuiging leefde, dat de raad nu, in verband met het verwerpen van het voor stel van B&W in de vorige vergadering, voorstellen zouden worden voorgelegd omtrent de verdere aanpak en financiering van de onder havige aangelegenheid. Het gaat sprekers fractie niet om de vraag, wat het openhouden van de Talmalaan gaat kosten. Natuurlijk moet de ge meente een zuinig beleid voeren. De consequentie van het de vorige week genomen besluit was echter, dat het openhouden van de Talma laan de gemeente een 70.000,-- zou kosten. Het gaat nu niet om de vraag, of dit f 70.000,-- dan wel 120.000,-- kost, maar om het principe: het al dan niet sluiten van deze overweg. En dan moet spre ker eerlijk zeggen, vanavond niet veel nieuws te hebben gehoord. Het geen de voorzitter naar voren heeft gebracht, is de raad in vorige vergaderingen al duidelijk geworden. Spreker vraagt zich alleen af: Had men deze narigheid niet kunnen voorkomen? Deze kwestie speelt toch al geruime tijd. Zeer terecht is m een van de vorige vergade ringen gezegd, dat de nodige stukken - de met de spoorwegen gevoer de correspondentie - niet ter inzage waren gelegd. Bij een volgende vergadering lagen deze stukken wel ter inzage. Daaruit bleek dat deze zaak al lang speelt. En nu wordt de raad eigenlijk min of meer het mes op de keel gezet en wordt door de spoorwegen gezegd: U moet direct beslissen; gebeurt dat niet, dan gaan wij normaal onze gang. Naar sprekers gevoel had dit kunnen worden voorkomen. Deze zaak had eerder aangepakt en in de raad gebracht moeten worden. De heer DE BRUIN wil in de eerste plaats de heer Hil- horst danken, dat deze in de besloten vergadering zo krachtig heeft gepleit voor de openbaarheid, waar men nu aan toe is'. In de tweede plaats zegt spreker volkomen te staan ach ter het betoog van de heer Hilhorst. Ook hij prakkezeert er niet over het door hem de vorige keer uitgesproken "neen" te wijzigen in een "ja". De heer GRIFT is de voorzitter dankbaar voor de gegeven toelichting. Deze bevatte niet veel nieuws. Alleen blijkt eruit dat de financiële consequenties groter zijn dan men aanvankelijk dacht. Spre ker kan zich dat toch nog niet voorstellen. Hij kan zich ook niet in denken de houding van het ministerie en van de spoorwegen. De sugges tie van de voorzitter om in de Talmalaan eenrichtingverkeer in te voe ren, acht hij zeer aanvaardbaar. Het van de Rijksweg komende ver keer kan de trein namelijk niet stil zien staan op de halte Soestdijk. - 94 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 96