17 juli 1963. De heer HILHORST: Het is jammer dat de vorige wethouder van financiën dit bij de opzet van dat plan niet heeft bekeken'. De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat deze weg altijd een behoorlijke doorgaande functie heeft vervuld. Vermoedelijk wordt er ook vrij veel gebruik van gemaakt door naar het industrieterrein gaand verkeer. Men zou dus hoogstens een zeker percentage van de kosten kunnen laten drukken op de ex ploitatie van het industrieterrein. Het lijkt spreker echter erg moeilijk te bepa len, welk percentage dat zou moeten zijn. Men zou daarvoor verkeerstellingen enz. moeten houden Het leggen van een riolering is de oorzaak dat er een nieuw wegdek moet komen. Die leiding heeft overigens ook wat met het industrieterrein te maken, omdat het opgepompte water uit het industrieterrein erin komt. Wan neer men dit werk ten laste van het industrieterrein wil brengen, dan zou men ook de exploitatieopzet van het Soesterveen hierbij moeten betrekken. Het van het Soesterveen komende water zal namelijk eveneens langs deze leiding worden ge voerd. De heer ORANJE zegt te zijn afgegaan op de in het voorstel zelf gegeven motivering: "Op grond daarvan is het noodzakelijk te achten dat deze straat van een rijweg wordt voorzien, welke in staat is het verkeer naar dat industrieter rein te verwerken." De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat de weg oorspron kelijk 6 meter breed zou worden. De weg wordt thans 7 meter breed. Deze ver breding zou men ten laste kunnen brengen van het Soesterveen plus het industrie terrein De kosten zouden overigens niet per se behoeven te drukken op de exploitatie van het industrieterrein. Men heeft ook nog altijd de 2, -- voor de stadsuitleg. Ook uit die post zou eventueel wat gehaald kunnen worden. Dat is eigenlijk een kwestie van vestzak-broekzak. De heer ORANJE: Het is een kwestie van beheer van de grond en de middelen die de grond opbrengen en onze overige middelen. De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat de 2,-- die ten behoeve van de stadsuitleg op de grondprijs wordt gezet uit het grondbedrijf naar de algemene dienst gaat. Spreker meent dat een gedeelte van de verbetering van de Ossendamweg uit deze post is betaald. Zo zou ook de grotere breedte van de Nieuwstraat kunnen worden betaald. De heer HILHORST verwondert het, dat juist de heer Oranje met deze opmerking komt. De heer Oranje wijst erop dat hier uitgaven worden gedaan, waarmede blijkbaar de industrie is gebaat. Spreker vermoedt dat de heer Oranje denkt in de richting van een baatbelasting. Wanneer echter uitgaven ten bate van de industrie worden gedaan, die eigenlijk niet verantwoord zijn, dan betekent dit dat de exploitatie-opzet van het industrieterrein fout is geweest. Wanneer een gemeente een industrieterrein gaat exploiteren, dient zij te weten dat ten gevolge daarvan het vervoer zal toenemen. En dat. heeft weer tot gevolg, dat wegverbeteringen moeten plaatsvinden. Spreker zou zich kunnen voorstellen, dat men als wethouder van financiën dit zorgvuldig nagaat en daarnaar handelt. Op het ogenblik wordt een behoorlijke omslag geheven - de vraag rijst of men daarmede niet te ver gaat - op de in exploitatie te brengen gronden, ter bestrij ding van kosten als de onderhavige. Helaas is dat destijds niet gebeurd. Het is onjuist thans achteraf met een baatbelasting te komen. De wethouder VAN ZADELHOFF gelooft niet dat het de bedoe ling van de heer Oranje is geweest een baatbelasting in te voeren. De heer Oranje heeft aldus geredeneerd: Is het niet juist het deel van de kosten, dat wordt veroorzaakt door het industrieterrein, ten laste te brengen op de exploi- tatie-opzet van dat industrieterrein? De heer ORANJE: c.q. het Soesterveen. De heer HILHORST: Wil men dit deel dan ten laste brengen van het nog resterende gedeelte van het industrieterrein? - 112 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 113