17 juli 1963.
Persoonlijk hoopt hij nog altijd dat er ten aanzien van de bouw
van de 200 woningen niet alleen contact zal komen tussen de nieuw opgerichte
katholieke stichting en de architect, maar ook tussen de nieuw opgerichte katho
lieke stichting en het bestuur van het verzorgingstehuis
De VOORZITTER merkt op dat er dus verschillende voorstellen
voorliggen. In de eerste plaats ligt voor het aan de raadsleden gezonden voorstel
tot het maken van (voorlopige) schetsplannen voor de bouw van bejaardenwoningen.
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER zegt dat vervolgens voorligt een voorstel om
het raadsbesluit inzake verkoop van grond aan Groot Engendaal en het besluit
waarbij de door de Stichting Groot Engendaal af te sluiten lening is gegarandeerd
in de door de heer van Zadelhof! aangegeven zin te wijzigen.
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER zegt dat men ook nog over het volgende een
beslissing moet nemen. Er komen bij Groot Engendaal 100 woningen. De gedach
te is dat die - hetzij via een woningbouwvereniging hetzij anderszins - in de sfeer
van het beheer van Groot Engendaal komen. Dan is er het grote bejaardencentrum
met 200 woningen. Daarvan leeft de gedachte in het college om een gedeelte van
deze bejaardenwoningen te reserveren voor de rooms-katholieke groepering. Dit
moet allemaal nog nader worden uitgewerkt De heer van Zadelhoff heeft reeds
terecht opgemerkt, dat niet alleen nodig is een soort van driehoeks contact tussen
de stichting van het grote bejaardencentrum en de rooms-katholieke stichting
met de architect, maar dat beide stichtingen ook contact met elkaar dienen te
leggen, zodat men in het grote bejaardencentrum misschien tot bepaalde voor
zieningen kan komen, waardoor dit nog meer aan zijn doel zal beantwoorden. Dat
moet allemaal nog groeien. Spreker gelooft dat het van bijzonder groot belang is,
dat deze contacten in een zeer vroeg stadium worden gelegd.
Is dit een gedachte - die moet dus nog geheel worden uitgewerkt -
waar de raad zich in het algemeen mee kan verenigen?
De heer ORANJE zou ten opzichte van de zakelijke uitwerking
van deze gedachte toch wel enig voorbehoud willen maken. Het is allemaal nog zo
nieuw
De VOORZITTER Het is alleen maar een uitgangspunt, een
visie op de richting, waarin wij moeten werken. Het college moet natuur lijk we-
ten, of de raad daar achter staat.
De heer ORANJE stelt voorop dat hij deze samenwerking prin
cipieel toejuicht. De uitwerking van deze samenwerking valt op het ogenblik ech
ter moeilijk te overzien. De raad kan zich daarop dus niet vastleggen.
De VOORZITTER merkt op dat het er alleen om gaat, dat men
samen rond de tafel gaat zitten en zegt: Wij hebben wat met elkaar te maken.
De heer ORANJE: Dat kan ik niet anders dan toejuichen.
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het voorbehoud van
de heer Oranje hem toch niet lekker zit. Dit voorbehoud krenkt hem een beetje,
hoewel hij geen deel uitmaakt van de katholieke stichting. (Hij gelooft namelijk
dat hij als wethouder daar beter buiten kan blijven.) Het principiële punt is of
men ook de katholieke stichting een deel van de bejaardenwoningen wil geven.
Spreker heeft verder alleen gezegd persoonlijk te hopen, dat de katholieke stich
ting de zaak geheel samen zal spreien met de stichting die het algemeen bejaar
dentehuis bouwt. Het liefst zou hij zien dat deze samenwerking ook het grote te
huis zou betreffen
Op grond waarvan wil de heer Oranje eigenlijk een voorbehoud
maken. Het is toch geen hogere wiskunde?
De heer ORANJE wil de zaak even terugdraaien. Toen de voor
zitter vroeg of iemand hoofdelijke stemming over het op de agenda staande voor
stel wenste, heeft spreker enige nadere toelichting gevraagd. Pas uit zijn vra
gen zijn al deze dingen te voorschijn gekomen. Zonder deze vragen had de voor
zitter de hamer laten vallen en was het voorstel aangenomen geweest.
Nu zijn echter voor spreker nieuwe zaken naar voren gekomen.
- 117 -