20 november 1963.
markt kan krijgen door premiebouw of vrije-sectorbouw mogelijk te maken. Zij
zou echter beslist niet verder willen gaan dan in de vrije sector en de premie
sector slechts het hoogst noodzakelijke aan te trekken. In bedoeld streekplan is
immers geen sprake van een opdracht, doch slechts van een prognose.
Spreekster wil geenszins verdedigen dat men de gemeente zou moe
ten sluiten, doch men behoeft anderzijds niet alles op alles te zetten om hardhol-
lend heel Soest vol te bouwen. Zij heeft dan ook ernstige bezwaar tegen de woor
den "uiterste krachtsinspanning".
De VOORZITTER is het geheel eens met mevrouw Polet dat het
ideaal niet moet zijn, Soest zo groot mogelijk te doen worden en zich daarvoor
een zo grote krachtsinspanning te getroosten. Zo is de situatie ook niet.
Uit het rapport Het westen van het land en het streekplan Utrechtse
Heuvelrug, dat daarop aansluit, komt duidelijk naar voren dat op de gemeente
Soest een geweldige druk zal worden uitgeoefend. Deze druk manifesteert zich nu
al. Hoe valt anders te verklaren, dat men in Soest een permanent grote woning
nood heeft? Men wil ten slotte heel graag in Soest wonen, aangezien in de omrin
gende gemeenten praktisch geen mogelijkheden meer zijn. Spreker denkt hierbij
in de eerste plaats aan het Gooi, waar ook sprake is van mensen die buiten wil
len wonen, iets dorps zoeken.
In bedoeld streekplan staat, dat Soest een van de weinige gemeenten
op de Utrechtse Heuvelrug is waar nog iets van de druk van het westen kan wor
den opgevangen. De gemeente is zich die druk bewust en tracht deze enigszins te
verlichten door het bouwen van woningen: woningwetwoningen, premie-A-woningen
en (om te voorkomen dat de andere woningen niet kunnen worden gebouwd) vrije-
sectorwoningen
De "krachtsinspanning" is er dus niet op gericht zoveel mogelijk men
sen naar Soest te krijgen. Die mensen komen er toch wel; er zijn hier thans al
1400 gezinnen ingeschreven. Met die krachtsinspanning wordt beoogd, de gehele
ontwikkeling van de onvermijdelijke groei goed te laten verlopen. Zou de gemeen
te zich die inspanning niet getroosten en niets doen, dan komen er geen huizen
en dan houdt men de ellendige situatie van woningnood e.d.
Deze groei komt grotendeels van buiten de gemeente, doch anderzijds
ook van daarbinnen. Uit andere plaatsen trekt men nog wel eens weg; wie in Soest
woont blijft daar echter graag. Soest heeft een vrij groot geboortenoverschot
Bovendien is hier dus sprake van een vestigingsoverschot.
Mevrouw POLET-Musler merkt op dat de voorzitter heeft gewezen op
het feit, dat er te Soest 1400 gezinnen woningzoekend zijn. Deze 1400 gezinnen
houden echter geen verband met de noodzaak om de druk uit het westen op te van
gen. Deze 1400 gezinnen betreffen mensen, sie elders wonen, doch economisch
aan Soest zijn gebonden, en mensen die reeds hier wonen. De druk uit het westen
betreft niet deze 1400 gezinnen, doch veel meer de categorie van mensen die met
woningen in de vrije sector zijn geholpen.
De VOORZITTER merkt op dat het laatste inderdaad juist is. Aan de
andere kant zou het aantal woningzoekende gezinnen niet 1400, doch bijv. 1000
bedragen, indien de druk uit het westen niet bestond en indien men niet zo graag
in Soest bleef wonen. Uit het westen komende mensen, die een functie te Soest
aanvaarden, wringen net zolang, totdat zij in Soest wonen. Zij moeten absoluut
wonen in de plaats waar zij werken'. De Soesters die in het westen werken - in
Amsterdam, Hilversum of Utrecht - blijven echter in Soest wonen. Men heeft
hier dus met een eenrichtingsverkeer te maken. Ware dat niet zo, dan zouden
een heleboel van de 1400 woningzoekenden kunnen komen in huizen van mensen
die Soest verlaten, omdat zij elders werken. Woont men echter eenmaal in Soest
dan blijft men hier zitten. Dit betreft toch ook wel de druk uit het westen. Deze
druk werkt hier misschien indirect, maar hij werkt desondanks.
Mevrouw MUURLING-Voorthuis zegt direct begrepen te hebben, dat
bedoelde krachtsinspanning niet van binnenuit komt, doch een opgelegde krachts
inspanning is. Dit kan misschien een kleine troost zijn voor de ambtenaar, die
de de
174. Voor
rech
het
"De
ain
te
zc
bin
de
ee
cai
ni
A
"De
en wi
ren g
aw:
te
be
ve
bde
de
ti.
betal
tot hi
term
ge lij]
werk
word
van e
duur
behoe
ker j
tijd 1:
mer
nanci
ordei
door
nanci
niet i
even c
"tege
gelat-
koste
gebri
emmi
-166-
Wi
csc