963.
20 november 1963.
s de
emeen-
1e vrouw
Hij
sn de
ge
uldigd
vrij-
>reker
jk, ten
woord
l arti-
Lndien
intelijk
daar-
ur De
daar -
tikel
of aan
de r s
an-
:dac-
iet
de oor-
n aan-
emees-
:n moet
aan de
g ver-
n te
ïting.
.irec-
tot
L.
.1 tot
•ecteur.
e het
iets
gel af-
n heeft
maar
de P.U.E.M. schrijft op staande voet gratis gedurende een halfjaar elektriciteit
te willen leveren. Wanneer iemand bij aanvaarding van het voorliggende voor
stel wordt afgesloten, kan het college dan niet met de P.U.E.M. praten om te
voorkomen, dat deze de betrokkene gedurende een halfjaar gratis elektriciteit
enz. gaat leveren?
De heer DIJKSTRA onderschrijft het eerste gedeelte van het betoog
van de heer Oranje. Het voorgestelde middel is onelegant, doch onvermijdelijk.
Hij gelooft echter niet, dat de door de heer Oranje voorgestelde re
dactiewijzigingen nodig zijn. De ontwerp-verordening en de toelichting daarop
vormen namelijk een onverbrekelijk geheel. En de toelichting maakt duidelijk,
dat het hier een maatregel betreft, die het college alleen zal toepassen in
notoire gevallen van kwade trouw, laksheid en slordigheid. Het valt niet in te
zien, dat bij de toepassing van de voorgestelde redactie enigerlei moeilijkheid
kan ontstaan.
De heer PIEREN zegt dat dit voorstel in de gascommissie op de val
reep even terloops is besproken. Daarbij is niet aan de orde gekomen het rap
port van het verificatiebureau d.d. 24 september 1963. In dit rapport staat, dat
de laatste aanmaning is verzonden op 21 maart 1963. Door personeelstekort en
door overbelasting van het ontvangerskantoor is ook de gemeente ergens in ge
breke gebleven bij het bewerkstelligen van een tijdig inlopen van de huurachter
stand. Gezien deze gegevens - waarvan spreker eerst deze week kennis heeft
kunnen nemen - moet hij zich volledig aansluiten bij het betoog van mevrouw Po-
let: eerst beginnen met de woninginspectrice in te schakelen; vervolgens moeten
de kwaadwilligen coüte que coüte worden aangepakt.
Het door de heer Hom genoemde geschrift van de P.U.E.M. heeft
spreker de wethouder direct na de vergadering van de gascommissie gezonden.
Het is te betreuren dat de P.U.E.M. een dergelijke reclame maakt. Wordt de
voorgestelde verordening aanvaard, dan zal er een zodanige regeling moeten
komen, dat bij afsluiting zowel het gas, het water als de elektriciteit worden af
gesneden. Dan pas kan men werkelijk effect sorteren.
Anderzijds vraagt spreker zich af, of de gemeente de mogelijkheid
heeft een dergelijke schuldvergelijking toe te passen. Maar dat is een zaak,
waar hij gaarne van afblijft'.
De wethouder VAN DEN AREND stelt voorop dat het college een en
ander voorstelt als een uiterste middel, daarbij gedwongen door de noodzaak
iets te doen.
Als antwoord aan mevrouw Polet zegt spreker, dat de gemeente als
huiseigenaresse door deze maatregel inderdaad een gelegenheid wordt geboden
die de particuliere huiseigenaar niet heeft. Daartegenover staat evenwel, dat de
gemeente niet kan overgaan tot uitzetting wegens huurschuld, om de eenvoudige
reden dat zij dan moet zorgen voor andere woonruimte (die er nu eenmaal niet
is). In dit opzicht heeft de particuliere huiseigenaar een privilege ten opzichte
van de gemeente: hij kan een huurder die niet aan zijn verplichtingen voldoet,
zonder meer op straat zetten. En dan kan de gemeente voor huisvesting van de
betrokkenen zorgen.
Het is inderdaad waar, dat in de voorgestelde maatregel een onbil
lijkheid schuilt voor gas ver bruikers ten opzichte van degenen die zich bedienen
van elektriciteit. Dat is evenwel onvermijdelijk. In dit verband zij opgemerkt,
dat de gemeente veel sterker zou staan, indien zij een eigen elektriciteits- en
waterleidingbedrijf had. Dan zou, zoals in andere gemeenten gebeurt, deze zaak
van verschillende kanten kunnen worden aangepakt, waardoor het resultaat groter
is De gemeente moet thans evenwel roeien met de riemen die zij heeft en kan
dus slechts overgaan tot gasafsnijding
Ten aanzien van het inschakelen van de woninginspectrice moet niet
worden vergeten, dat deze verordening geheel bedoeld is voor de kwaadwilligen.
De mensen met huurschuld kunnen gevoeglijk worden verdeeld in drie categorie-
en
- 173 -