18 december 1963.
standig woord over zeggen. Wanneer het rijk alleen zou tegemoetkomen in de
verhoogde personeelslasten, houdt dit onherroepelijk in dat de taak speciaal van
de financiële commissie en ook de taak van het college in zoverre verzwaard zul
len worden, dat een zekere prioriteit van de onderdelen der begroting zal moe
ten worden vastgesteld, en tevens welke onderdelen onuitgevoerd moeten blijven,
omdat de gemeente er de middelen niet voor mag aantrekken.
De heer Hilhorst heeft er op gewezen, dat de instellingen op het ge
bied van cultuur en volksgezondheid - bij voorbeeld de kruisverenigingen - voor
dezelfde problemen zullen komen te staan. Doordat de bij hen werkzame mensen
meer zullen gaan verdienen, zal de subsidie van rijk, provincie en gemeente on
toereikend worden.
Met betrekking tot het psychotechnisch onderzoek ligt, naar spreker
meent, de waarheid een beetje in het midden. Hij zou niet op een dergelijk onder
zoek alleen willen afgaan, maar meent dat men op grond van inlichtingen en eigen
oordeel tot op redelijke hoogte kan uitmaken of iemand al dan niet voor een be
paalde functie geschikt is.
Het college isvóór fluoridering en spreker is dat ook. Met dit stand
punt is hij naar de gezamenlijke vergadering in Utrecht gegaan en hij meent daar
te hebben kunnen bereiken, dat enkele daar aanwezige weifelachtige collega's de
zaak uit een andere gezichtshoek zijn gaan bekijken.
De vragen met betrekking tot de watervoorziening in onrendabele ge
bieden zijn door wethouder de Haan voldoende beantwoord. Een ambtenaar zal
dus nagaan waar de moeilijkheden liggen en het daaromtrent uit te brengen rap
port zal voor de raad ter inzage worden gelegd.
Naar aanleiding van hetgeen de heer Berkelbach over het lange uitblij
ven van goedkeuringen uit Utrecht heeft gezegd, wil spreker duidelijk stellen dat
de medewerking, die zowel het college als de ambtenaren der gemeente van de
provinciale ambtenaren ontvangen, goed is. De verhouding tussen het college van
burgemeester en wethouders en het college van gedeputeerde staten is eveneens
goed. Maar wel wil spreker er de nadruk op leggen, dat men in Utrecht bij de
beoordeling van raadsbesluiten z.i. té perfectionistisch werktDoor het gemeen
tebestuur worden ook wel eens fouten gemaakt, in deze zin dat de toelichting op
de raadsbesluiten wel eens wat te beperkt is. Maar daarnaast staat, om een voor
beeld te noemen, het volgende. Het is begrijpelijk dat de goedkeuring van het
raadsbesluit tot aankoop van het huis aan de Talmalaan enige tijd vergt. Maar
spreker is zeer benieuwd hoe het nu met het tweede voorstel zal gaan. Met goed
keuring van het eerste besluit is in principe goedgekeurd dat de gemeente daar
gaat aankopen. Bij het tweede besluit gaat het z.i. dan nog slechts om de vraag
of het besluit financieel goed is Het is dan niet meer nodig na te gaan of het be
sluit principieel goed is, want dit is al bij de beoordeling van het eerste besluit
aan de orde geweest.
Deftigheid is Utrecht misschien wel eigen, maar dat het beleid er con
servatief zou zijn, gelooft spreker niet, gezien hetgeen de provincie doet inzake
streekplannen, ligplaatsen van woonschepen, woonwagens als vakantieverblijven,
e.m.d. Spreker gelooft niet dat men op dit gebied kan spreken van een conser
vatief beleid.
De heer Oranje en ik, zegt spreker, zullen elkaar niet helemaal kun
nen overtuigen, maar wel wil spreker toezeggen dat het college ernstig onder het
oog zal zien het schenken van meer aandacht aan publiciteit.
Met betrekking tot de commissievergaderingen zegt spreker voorts,
dat een commissielid, wanneer hij het niet eens is met het beleid, daarvan aan
tekening moet vragen; dan is er reden om er in de openbare vergadering over te
spreken. Het is ook niet zo dat wanneer een commissielid de zaak in zijn fractie
heeft gebracht en de fractie het ermee eens is, men niet het recht zou hebben
vragen te stellen in de raad. Dit ligt aan de activiteit van de leden van iedere
fractie afzonderlijk. Een vraag behoeft geen kritiek in te houden, maar kan ook
worden gesteld om het publiek via de pers de betekenis van een besluit duidelijker
- 223 -