18 december 1963. dienen. Dat hij op de curveprijs en op de prijs van de premiewoningen zwaar verlies lijdt, gelooft spreker ook niet. Als voorzitter van een pensioenfonds is spreker bekend, dat er woningwetwoningen zijn die een goed rendement op brengen. Maar als men daartegenover huizen kan bouwen die veel en veel meer winst opleveren, dan is het geen wnder dat men die liever bouwt. Dat is volkomen begrijpelijk. De gemeente zit vast aan het beleid van de regering en kan er wei nig aan doen. Zolang het moeilijk blijft de woningwetwoningen en de premie woningen te realiseren, blijft men aan het nare systeem van een soort koppel verkoop vastzitten. Spreker is het geheel met de heer Hilhorst eens, dat wie een verkoopwoning koopt, te veel betaalt ten behoeve van de woningwet-, res-, pectievelijk premiewoningen. Maar de raad kan er niets aan doen. De heer HILHORST stemt dit toe, maar meent toch wel dat de raad dit gesprek enige tijd moet voortzetten. Terwille van de tijd is het beter, dit even uit te stellen, maar de voorzitter spreekt zichzelf tegen. De VOORZITTER: Wanneer u dat zegt, wil ik toch wel graag we ten, waar ik mijzelf heb tegengesproken. De heer HILHORST: Een volgende keer'. De heer ORANJE vraagt wat er is gedaan om het contact tussen het woningbedrijf en de woningbouwverenigingen, speciaal in de sector onder houd, te bevorderen. De VOORZITTER zegt dat op het ogenblik niet van bovenaf wordt gewerkt. Middels de wethouder van financiën en volkshuisvesting is er con tact met de woningbouwverenigingen, waarbij enkele ambtenaren van gemeen tewerken op verzoek van deze verenigingen het adviseurschap dier verenigin gen op zich hebben genomen. Deze weg is misschien prettiger dan wanneer men de zaak van bovenaf organiseert. De heer ORANJE is het hiermede geheel eens. Wanneer het van bovenaf wordt opgelegd, komt er niets van terecht. De begroting Gemeentelijk woningbedrijf wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Gemeentewerken Mevrouw MUURLING-Voorthuis merkt op dat op bladzijde 42 onder punt 14 de namen van de zandwegen niet zijn genoemd. Zij hoopt echter dat de zandweg langs de spoorlijn naar Den Dolder onder de te verbeteren zand wegen valt. Dan zal deze weg het aan het einde daarvan gelegen prachtige recreatiegebied kunnen ontsluiten en misschien aansluiting kunnen geven aan de Berklaan. De VOORZITTER deelt mede dat bedoelde weg er onder valt. De heer ORANJE vestigt de aandacht op het volgende gedeelte onderaan bladzijde 1 van de aanbiedingsbrief: "Uitbreiding van personeel, salarismaatregelen en hogere lasten wegens rente en afschrijving op de begroting gemeentewerken hebben tot ge volg, dat de door dat bedrijf aan de algemene dienst in rekening te brengen kosten voor onderhoudswerken, voor algemene adviezen en voor bouw- en woningtoezicht 183.500,-- hoger moeten worden geraamd dan voor 1 963" De heer VAN POPPELEN zegt de bewoners van het Oude Gracht je al verschillende jaren verbetering van de riolering is beloofd. Daarvoor is echter op de begroting 1964 niets uitgetrokken. In het antwoord staat: "Een definitieve oplossing wacht op uitvoering van het riolerings- plan Soesterveen, waarbij afvoer van dit rioolwater naar het riool in de Dorresteinweg zal moeten geschieden". Kan ongeveer concreet worden medegedeeld, zo vraagt spreker, wanneer deze definitieve verbetering aan het Oude Grachtje er komt? De VOORZITTER deelt mede dat het probleem ruimer ligt dan zoals het nu wordt gesteld. Het waterschap Soesterveen heeft jaren geleden een nieuw ontwateringsplan laten maken. Dit is in de ingelandencommissie - 227 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 228