30 januari 1963. De heer ORANJE zegt dat vooral de opmerkingen van de heer van den Arend hem hebben gestijfd in de vrees, dat de begroting sluitend is gemaakt s; met het oog op een mogelijke niet-goedkeuring door gedeputeerde staten van een jr niet-sluitende begroting of een verder toezicht van regeringswege op de ge- ni meente Dat is juist hetgeen spreker op geheel andere gronden graag wil voor- s] komen. De financiële verhouding zoals die door het wetgevende lichaam is vast- 51 gesteld, is in feite - zo zegt spreker - ook door ons vastgesteld. In de raad zit S( men als vertegenwoordigers van de Soester bevolking. In het wetgevende lichaam zitten de vertegenwoordigers van de Nederlandse bevolking. Met medewerking 0, van deze vertegenwoordigers van de Nederlandse bevolking is de financiële ver- houding tussen het rijk en de gemeenten vastgesteld. Als goed democraat moet ai men zich principieel op het standpunt stellen, zo loyaal mogelijk met de eigen {3, wetgeving te willen werken. Dat betekent dat wij, aldus spreker, loyaal met onze eigen wetgeving moeten werken, dus moeten werken met een sluitende be- w groting. Hij heeft het college gevraagd: Stel daarnaast een lijst op van hetgeen voor Soest te wensen overblijft. Met andere woorden: kan Soest met deze slui- tende begroting het verzorgingspeil niet handhaven, dan beschikt het over een s' lijst, waardoor het niet kunnen handhaven van het verzorgingspeil zakelijk kan C( worden aangetoond. Dan werkt men loyaal ten opzichte van de eigen wetgeving, maar kan men daarnaast aantonen dat de financiële verhouding voor de gemeen- Q- te Soest onvoldoende of foutief werkt. Met bedoelde lijst kan men dan voor een fi oplossing pleiten, bijv. in de richting van de door de wet gegeven mogelijkheid van verfijningen, of aantonen dat de gehele wetgeving op de helling moet. Door een dergelijke lijst samen te stellen en te werken met een sluitende begroting blijft men loyaal ten opzichte van de eigen wetgeving en kan j-L( men tevens aantonen niet te kunnen zorgen voor de eigen gemeente op de wijze rr die men noodzakelijk acht. Komt men echter met niet-sluitende begrotingen, n; dan vindt spreker dit tactisch een verkeerd beleid. Laat men beginnen zich loyaal te gedragen en toon dan aan dat men niet uit kan komen. Hier ligt het S( verschil tussen het college en spreker. Het college zegt: Straks zal blijken dat f€ Soest zijn verzorgingspeil niet behoorlijk kan opvoeren; dus zullen wij dan met een niet-sluitende begroting moeten komen. Sprekers opvatting is: Zet de te- ring naar de nering, maar toon daarnaast aan dat de gemeente daarbij niet Q, kan zorgen voor haar zaken op de wijze als zij eigenlijk zou moeten doen. Dit betreft dus een verschil van inzicht ten aanzien van de te volgen tactiek en niet <-p met betrekking tot het wezen van de zaak. sl Spreker put de vrijmoedigheid om dit standpunt te verdedigen uit respect voor de mening van een ander. Hij uit zijn mening niet uit gebrek aan respect voor het standpunt van het college. Juist omdat hij dat respect wel j, heeft, voelt hij vrijheid om zijn opvatting daartegenover te stellen. g; De heer van Zadelhoff heeft gezegd, spreker diens houding als e, raadslid een beetje kwalijk te nemen. De positie van een raadslid achter de w collegetafel en de positie van een raadslid aan de andere kant van die tafel zijn p, nu eenmaal verschillend. De positie van een raadslid aan de andere kant van p. de tafel van het college brengt andere consequenties en andere verplichtingen <p met zich mede. Op grond daarvan meent spreker in sommige opzichten een v; andere houding te mogen innemen dan hij als lid van het college in het openbaar heeft gedaan. Ook dit houdt dus niet in een tekort aan respect voor de mening van een ander. d; Zeer tevreden is spreker over de mededeling, dat men ten op zichte van het contingent 50 woningen vooruit is. Het zou prettig zijn geweest, r, indien dit in de memorie van aanbieding was vermeld. Wanneer men op het w ogenblik 50 woningen op het contingent vooruit is en de plannen liggen klaar voor de verwezenlijking van het contingent 1963, zodat men alsnog voorblijft, <p dan heeft het college alles gedaan wat redelijkerwijze van hem verwacht w mocht worden n: ie - 24 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 25