63,
30 januari 1963
1
an
ng
e-
n,
is
al
ren
eke
le
is
rd.
t
2. Voorstel tot vaststelling van het getal wekelijkse lesuren vakonderwijs aan de
openbare lagere u.l.o. school voor het jaar 1963.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
Volgnr482 Vergoeding van de kosten van bijzondere scholen, bedoeld in art.
101 der Lager-onderwijswet 1920.
Bij dit volgnummer stelt de voorzitter aan de orde:
3a. Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling voor het jaar 1963 als be
doeld bij artikel 55bis van de Lager-onderwijswet 1920 voor het gewoon lager,
uitgebreid lager en voortgezet gewoon lager onderwijs.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Volgnr .518. Vergoeding aan besturen van bijzondere scholen ingevolge art. 34
van het bed uit buitengewoon lager onderwijs
Bij dit volgnummer stelt de voorzitter aan de orde:
3b. Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling voor het jaar 1963 als be
doeld bij artikel 34, lid 4, van het "besluit buitengewoon lager onderwijs 1949"
voor het buitengewoon lager onderwijs
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Bladzijde 1 35
De heer GRIFT merkt op dat bij "P.V.O." en "StJozef", wat de
subsidie betreft, rekening met de donaties wordt gehouden. Zou het niet goed
zijn dit ook te doen ten aanzien van de onder volgnummer 616 genoemde vereni
gingen
De VOORZITTER wijst er op dat de subsidies aan "P. V. O. en
"StJozef" aanmerkelijk meer dan 100,-- bedragen, welk bedrag aan de zang
verenigingen wordt toegekend. Deze laatste ontvangen een aanmoedigingssubsi
die en het is niet nodig daaraan de voorwaarde te verbinden dat zij ook uit eigen
kring 100,-- bijeenbrengen, want als zij dit niet reeds zouden doen, zouden zij
al niet meer bestaan. Zij hebben een aardig grote kring van supporters en heb
ben het altijd gered. Indien bij nader onderzoek zou blijken dat de inkomsten uit
eigen kring redelijk zijn, dan is de door de heer Grift verlangde prikkel niet
nodig. Op het ogenblik beschikt de gemeente over geen enkel cijfer, maar tegen
de volgende begroting zal worden nagegaan hoeveel de zangverenigingen uit eigen
kring bijeenbrengen. Zou dit een te laag bedrag zijn, dan zou de gedachte van de
heer Grift nader kunnen worden overwogen.
Volgnr,614. Subsidie aan het Utrechts Stedelijk Orkest.
De heer BROUWER merkt op dat in de afdelingen verschillende le
den hebben voorgesteld de subsidie aan het U.S. O. aan een concert te koppelen.
In het antwoord schrijven burgemeester en wethouders dat het waarschijnlijk
wel mogelijk zal zijn in Soesterberg een concert te geven, maar er wordt aan
toegevoegd: "Als subsidievoorwaarde kan dit echter niet aanvaard worden, om
dat het dan misschien onmogelijk zou blijken alle concerten te geven".
Dan wordt echter medegedeeld dat Baarn, Zeist en Amersfoort
hun subsidie verlenen onder de voorwaarde dat er respectievelijk 4, 2 en 4 con
certen worden gegeven. Deze plaatsen verbinden dus wel een voorwaarde aan de
subsidie en zou Soest dit dan niet eveneens kunnen doen?
De VOORZITTER zegt dat het antwoord inderdaad ruimte laat voor
een vraag. Hij vestigt er de aandacht op dat De Bilt zonder voorwaarde een sub
sidie van 4.000,-- verleent, terwijl Zeist en Amersfoort altijd al concerten
hebben gehad. Deze beide plaatsen haken dus aan een bestaande toestand aan.
Het U.S.O. heeft spreker medegedeeld een zodanige voorwaarde
niet te kunnen accepteren, omdat het technisch slechts mogelijk is in een be
paald seizoen een beperkt aantal concerten te geven. Indien alle subsidie ver-
- 39 -
1