1 6 september 1964. aanleg van een speelplaats nabij de Vinkenweg-Merelweg en Nieuwstraat. De wethouder VAN ZADELHOFF deelt mede dat dit voor stel wordt aangehouden. De bewoners van de Merelweg en omgeving hebben nlin een brief aan de directeur van gemeentewerken verzocht, dit terrein niet te bestemmen voor een kinderspeelplaats In dat schrij ven wordt gewezen op de nabijheid van de kinderspeelplaats tussen de Beetzlaan en de Vinkenweg en men verzoekt daarin, het onderhavige terrein te bestemmen voor parkeerruimte voor auto's. Op grond hier van heeft de commissie openbare werken voorgesteld dit voorstel aan te houden, ten einde na te gaan, hoe het met de behoefte aan parkeer ruimte voor auto's ter plaatse staat en of men eventueel geneigd zou zijn, aldaar op te richten garages te huren. De heer ORANJE: Houdt het aanhouden van dit voorstel meteen in, dat er een nieuw voorstel voor een nieuw speelterrein komt? De VOORZITTER: Laten we nu maar niet discussiëren over de vraag wat het aanhouden van dit voorstel inhoudt. Het voorstel wordt aangehouden en het college zal met een nieuw voorstel komen. Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling inzake het geneeskundig schooltoezicht. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend krediet in verband met het plaatsen van een houten noodschool in de wijk Soester Eng. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor het bouwrijp maken van gronden, gelegen in het plan Soester Eng I. De heer ORANJE zegt met gemengde gevoelens kennis te hebben genomen van dit voorstel. Voortvarendheid bij het college en bij de dienst van openbare werken is van de kant van de VVD-fractie altijd gewaardeerd. Voorstellen tot verlenging van de Albert Cuyplaan, de Dalweg en de Talmalaan zouden bij deze fractie zonder twijfel al tijd welkom zijn geweest. Hetzelfde geldt voor de aanleg van meer speelplaatsen in het betrokken gebied. Wat is er evenwel gebeurd? Deze wegen zijn aangelegd en daarvoor is rond 220. 000, -- uitgegeven, zonder dat de raad daarin tijdig is gekend en zonder dat is gebleken dat bij de verkoop van de bouwrijp gemaakte gronden deze gelden weer in de gemeentekas zullen terugvloeien. Een en ander gaat spreker eer lijk gezegd een beetje te ver. De raad staat nu met de rug tegen de muur: de werken zijn uitgevoerd en de gelden zijn, hoewel zij nog moe ten worden gevoteerd, reeds uitgegeven. Zeer belangrijk vindt spreker het, dat de raad niet aan nemelijk is gemaakt, dat deze gelden uit de verkoop van deze gronden zullen terugkomen. Het college kan van hem in redelijkheid niet ver wachten, dat hij dit voorstel zonder meer zal goedkeuren. Hij geeft het college daarom in overweging, dit voorstel terug te nemen, totdat het de raad kan aantonen dat bedoelde gelden inderdaad terugkomen. Hij zal het op prijs stellen wanneer hem door middel van een exploitatie- opzet en wat dies meer zij duidelijk wordt gemaakt, dat deze gelden inderdaad in de desbetreffende grondprijzen kunnen worden verrekend. Ten aanzien hiervan vindt men in dit voorstel geen enkele aanduiding. De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat deze zaak niet precies ligt zoals de heer Oranje zoeven heeft gesteld. Er hebben bepaalde verschuivingen plaatsgevonden, doch de situatie is niet zo, dat men wanneer de raad het thans gevraagde krediet niet zou voteren, met deze zaak financieel in moeilijkheden zou komen. Het oorspronke lijk door de raad be s chikbaar gestelde krediet van rond 900.000,-- voor de wegen op de Eng is nog lang niet in zijn geheel verwerkt. - 135 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 136