21 oktober 1964 De toekomst moet leren hoe het zal gaan. De wethouder VAN ZADELHOFFWanneer het nog heel erg prematuur is, begin ik naar het standpunt van de heer Hilhorst over te hellen. Zou het dan niet verstandiger zijn ons te beperken tot hetgeen de Monumentenraad heeft voorgesteld, uitgebreid met het gedeelte langs de Torenstraat? Men kan dan afwachten hoe de zaak zich verder ontwikkelt. Ik geloof dat wij in de toekomst altijd nog kunnen vragen, ook het andere gebied tot beschermd dorpsgebied te ve rklaren Mevrouw POLET-MuslerIk dacht juist: Laten wij maar zoveel mogelijk tot beschermd gebied verklaren, voordat er ongelukken gebeuren. Uit de toelichting heb ik begrepen, dat men bij het aanwijzen van het gebied tot beschermd dorpsgebied de architec ten meer aan banden legt dan wanneer men ze alleen afhankelijk maakt van een normaal uitbreidingsplan. Voortgaande zegt spreekster te geloven, dat men de invloed van de schoonheidscommissie sterk overtrekt, wanneer men deze commissie deze zaak wil laten bekijken. De schoonheidscom missie kijkt nu juist nooit naar hetgeen waartussen een huis komt te staan. Zi>j bekijkt de tekeningen sec. Wanneer daarin niet al te gekke dingen voorkomen, keurt zij het plan goed. De schoonheids commissie bekijkt een plan echter nooit in relatie met de buurt, laat staan dat zij de zaak in het kader van een veel grotere omgeving gaat bekijken. Spreekster voelt er daarom alles voor het beschermd dorpsgebied zo groot mogelijk te maken. De VOORZITTER merkt op dat de Raad, wanneer deze de door het college voorgestelde uitbreiding van de grenzen van het ontwerp van het beschermd dorpsgebied niet accepteert, wel moet beseffen dat hij zich zelf de verplichting oplegt om, wanneer in het betrokken gebied inderdaad bebouwing tot stand zou moeten komen, op zeer gedetailleerde bebouwingsvoorschriften in het desbetreffen de uitbreidingsplan aan te dringen voor wat betreft de aard, de kleu ren, de materialen enz. De heer HILHORST: Ik zou het vreselijk vinden als dat niet het geval zou zijn voor deze omgeving. Daarom juist De VOORZITTER: Een aanwijzing tot beschermd dorpsgebied is eigenlijk ook een uitspraak van: Wij vinden dat dit gebied een bepaalde bescherming nodig heeft. Dat is dan niet een uitspraak van de ministers De raad wordt gehoord en kan zich er mede akkoord verklaren of ertegen zijn. Spreker vervolgt, te hebben begrepen dat de raad reeds akkoord gaat met het voorstel van de Monumentenraad en zelfs nog iets verder wil gaan. De Monumentenraad heeft zich zoveel mogelijk beperkt, omdat hij zich nu eenmaal ten opzichte van de gemeente zo terughoudend mogelijk betoontDe Monumentenraad meent nl. in de gemeenten niet meer te moeten ingrijpen dan strikt nodig is. Wat van de zijde van de Monumentenraad wordt voorgesteld, is dan ook altijd een minimum. Spreker gaat volledig akkoord met de uitbreiding van het beschermde dorpsgebied door de Torenstraat erbij te betrekken. Hij meent dat dit inderdaad erg belangrijk is. Hij zou het stukje land aan de Peter van den Breemerweg hierbij ook gaarne betrekken, doch wil hiervan geen halszaak maken. Doordat er op dit punt nog geen enkele ervaring bestaat, kan hij niet zeggen: Zo en zo zal het in de toekomst lopen. Er zijn tijdens deze discussie stemmen opgegaan die de voorkeur gaven aan een integrale aanvaarding van het voorstel - 166 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 167