18 november 1964. Naar aanleiding van dit schrijven heeft spreker burgemeester en wethouders op 19 oktober 1964 een missive doen toekomen, waarin hij bezwaar maakte dat een dergelijk belangrijk onderwerp na afloop van een raadsver gadering in behandeling komt. Meer niet. Niettemin deelt de voorzitter in de openbare raadsvergadering van 21 oktober 1964 mede, dat spreker bezwaar heeft gemaakt om na afloop van de openbare vergadering in een besloten ver gadering bijeen te komen, terwijl in zijn hele brief het woord "besloten" niet voorkomt Dat is de voorgeschiedenis van de zaak die thans in behandeling komt. Het spijt spreker dat hij het zeggen moet, maar - en hij meent te weten dat verschillende raadsleden dit met hem eens zijn - zodra er vanuit de raad iets naar voren komt, wordt het college heel erg terughoudend, ter wijl toch de raad het hoofd van de gemeente is. De gemiddelde duur dat een minister vragen van een Tweede-Kamer lid beantwoordt, ligt tussen de twee en vijf weken, een enkele uitzondering daargelaten. De vernietiging van een raadsbesluit door de Kroon, iets waar toe men niet spoedig besluit, duurt acht maanden. Deze zaak duurt al langer dan een jaar, ondanks het feit dat deze zaak vrij eenvoudig lag en dat op zaken die de publieke belangstelling hebben een spoedige reactie gewenst is L'histoire se répète: 21 december 1960, in sprekers eerste raads periode, behandeling van de gebreken aan de 74 woningwetwoningen op de Eng. De eindconclusie is dat bij de bouw van deze woningen door de directie ernstige tekortkomingen zijn begaan en fouten zijn gemaakt. Bijna vier jaar later, 18 november 1964, in zijn tweede raadsperiode, vindt de behandeling van de gebreken aan de woningwetwoningen op de Eng plaats. Wat dit betreft heeft de gemeente niet veel plezier met de mooie oude Eng. Bij de behandeling van de begroting voor het jaar 1964, op 3 de cember 1963, heeft spreker gesteld dat het toezicht op de bouw van de wo ningen op de Eng wordt uitgeoefend door twee jeugdige personen. Gezien de omvang van het werk achtte hij het toezicht onvoldoende en onverantwoord, temeer daar er voor toezicht een behoorlijk honorarium wordt uitgekeerd. Het college deelt in zijn antwoord van 10 december mede, dat op de Eng opzichters werkzaam zijn die in dienst zijn van ir. Van Embden. Hij stelt daarbij: Wij menen te mogen aannemen, dat deze zich wel van de deskun digheid van de betrokkenen zal hebben overtuigd. Thans is wel gebleken dat het toezicht onvoldoende is geweest. Het rapport van het bureau Aronsohn is door de raad gelezen en men heeft allemaal kunnen constateren, welke fouten er zijn gemaakt. Het gaat hierbij om een bouwteam, waarvan de voornaamste componenten zijn: de architect - tevens stedebouwkundige van de gemeente Soest -, de n.v. Coördinatiebouw en het bouwbedrijf Verwelius. Al deze be trokkenen erkennen, dat er door een bepaalde samenloop van omstandigheden fouten zijn gemaakt. Fouten maakt men allemaal - menselijke fouten zou men dus met de mantel der liefde kunnen bedekken. Maar er zijn in dezen ernstige, ken merkende constructiefouten gemaakt; fouten, die voorzover dat nog mogelijk is hersteld moeten worden, ofschoon dat, zoals is medegedeeld, enkele jaren kan duren. Men kan dit allemaal heel ernstig betreuren, maar dit moet geen aanleiding zijn om de gehele zaak voor kennisgeving aan te nemen. Er is nog een ander treurig feit, verband houdende met het feit, dat het grondprincipe van de woningwetbouw is: de minst draagkrachtigen in de maatschappij aan een goede woning te helpen. Dit principe is door om standigheden wel wat verwaterd, doch het wordt zoveel als mogelijk is ge handhaafd. Nu echter zitten verscheidene bewoners in Soest, meest jonge ge zinnen, met een nieuwe inboedel in een woning waaraan veel moet worden her steld, met alle narigheden daaraan verbonden. Met betrekking tot de vraag op wie de ontstane schade is te ver halen, delen burgemeester en wethouders mede, dat het hun duidelijk is ge bleken, dat aan het herstel van de geconstateerde scheuren geen kosten voor de gemeente zijn verbonden. - 177 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 178