2 december 1964. gelijk kan laten lopen met de plannen van de stedebouwkundige die bij de betrokken gemeente in dienst is of die voor die gemeente werkt Aan de wens van de heer Oranje, dat men ten aanzien van dit plan met verschillende aannemers in zee zal gaan, kan niet worden tege moet gekomen. Wanneer men efficiënt wil bouwen, moet men in zee gaan met één bouwteam dat de gehele produktie in het gehele bouwplan in handen heeft. Dit is ook, zoals men weet, reeds uitdrukkelijk naar voren ge bracht van de kant van het raadgevend bureau BerenschotEen bouwplan als het onderhavige ontstaat door samenwerking van een architect, een aannemer (eventueel ondernemer) en een bureau als het raadgevend bureau Berenschot. Een dergelijk raadgevend bureau gaat met betrekking tot zo'n plan in de eerste plaats na, of met de gekozen werkwijze inderdaad efficiënt kan worden gebouwd. Het bureau Berenschot treedt tevens op als adviseur van de minister van volkshuisvesting en bouwnijverheid. Een positief advies van dit bureau is voor de minister aanleiding om het be trokken bouwplan aan te merken als een efficiënt bouwplan. De activitei ten van dit raadgevend bureau blijven hiertoe niet beperkt; het moet ook nog de verschillende in het bouwteam werkende elementen, b.v. het aannemersbedrijf, doorlichten. Dit laatste is, zoals men weet, in dezen gebeurd en het resultaat hiervan is eigenlijk een van de gronden waar op het college met dit bouwteam in zee durft te gaan. Het is ook niet mogelijk, in een dergelijk plan te werken met verschillende architecten. De heer Oranje heeft nog getracht in dezen de Soester bouwondernemers naar voren te brengen. Ten aanzien hiervan zij opge merkt, dat deze soort van plannen in het algemeen niet zozeer bij de gemeente als wel bij de een of andere bouwcombinatie beginnen. Naar aan leiding van een desbetreffende opmerking zij hierbij nog gesteld, dat de voortvarendheid van de bouwondernemer inderdaad wel te maken zal heb ben met het behalen van winst. De bouwondernemer zal natuurlijk trach ten met dit plan winst te maken. Als gemeente dient men evenwel voor ogen te houden, dat men als zodanig maar één belang heeft, n.1. dat men met dit plan zal kunnen beschikken over woningen voor de eigen inwoners. Niemand kan op dit moment al precies vertellen, in welke aantallen de woningen voor de eigen inwoners uit dit plan te voorschijn zullen komen. De plannen die in dit verband reeds bestaan, zijn door het ontbreken van de grondprijzen n.1. nog niet precies uitgekiend. Maar deze plannen ge ven in ieder geval aan, dat, welke vorm ook wordt gekozen - hetzij alleen woningwetbouw met daarnaast vrije-sectorbouw, hetzij voor een zeer groot deel (bijna de helft) woningwetbouw en een deel premiebouw en de rest vrije-sectorbouw -, van de bijna 1300 woningen in dit plan er toch zeker zo'n 900 zullen kunnen worden bestemd voor de eigen inwoners van de ge meente Dit is naar sprekers mening het grote belang dat men in dezen voor ogen moet houden. De heer Berkelbach van der Sprenkel heeft zijn adhesie betuigd met dit plan, doch heeft daarbij nog even gewezen op hetgeen door de be trokken commissies naar voren is gebracht (en door het college is over genomen) Het verheugt spreker, dat de heer Berkelbach van der Sprenkel nog eens nadrukkelijk heeft gewaagd van het vertrouwen in het bureau van de heer Van Embden. In dit verband zij nog opgemerkt dat de heer Van Emb- den in dezen niet persoonlijk de architect is, doch dat in dezen de heer Hopman als architect optreedt. Gezien ook de kijk die men op hem heeft gekregen tijdens de commissoriale behandeling, meent spreker dat men met deze zeer kundige architect met een gerust hart in zee kan gaan. De vraag van de heer Hom, of in dit plan voorrang zal kunnen worden gegeven aan de woningwetwoningen, kan spreker op dit moment niet - 206 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 207