9 december 1965.
Ik kan u wel mededelen, mijnheer de voorzitter, dat dit
vandaag, helaas, nog niet het geval is. Men heeft de agrariërs in
het Soesterveen dus een "douceurtje" bezorgd, in verband met het
afvalwater van de woningen aan de Klaarwaterweg en omgeving, maar
de voorzieningen die als gevolg daarvan aan dat waterschap zijn toe
gezegd, zijn nog steeds niet gerealiseerd. Zij zullen echter gere
aliseerd moeten worden en zij zullen gefinancierd moeten worden. Ik
weet niet of dat allemaal op dat wooncomplex zal kunnen drukken, ja
dan neen.
De omstandigheden in het Soesterveen brengen naar verhou
ding veel meer werk mee dan de omstandigheden op de Soester Eng. Ik
vraag mij af of het bedrag dat in verband met de algemene verzor
ging op de grond in dit gebied wordt gelegd - op het ogenblik naar
ik meen 2,per m2 - wel voldoende is, omdat ik geloof dat de
aanleg tussen de hier te bouwen woningen voor wat betreft wegen,
riolering en plantsoenen een geheel ander bedrag zal vragen dan op
de Soester Eng het geval is geweest.
Mijnheer de voorzitter, er hebben zich nogal wat wijzigin
gen voorgedaan in de periode gelegen tussen het indienen van de be
groting en de behandeling hiervan op dit moment. Van de zijde van
het college was men ervan overtuigd, dat men niet zover kon bezui
nigen dat de begroting sluitend kon worden gemaakt, wilde men al
thans aan bepaalde, beslist noodzakelijke eisen en wensen van de
gemeenteraad tegemoet komen. Ik denk hierbij vooral aan de herhaal
delijk door mevrouw Muurling - die in deze vergadering helaas niet
aanwezig kan zijn - tot uitdrukking gebrachte wens ten aanzien van
verbetering der straatverlichting. Het college heeft gemeend, in
bepaalde onderdelen toch tegemoet te moeten komen aan de eisen en
wensen van de raad. Het heeft hieraan echter bepaalde belastingver
hogingen verbonden. Het is gemakkelijk, mijnheer de voorzitter, om
te trachten hier onderuit te komen en er dan niet iets anders tegen
over te stellen. Onze fractie is begonnen met te stellen: Tracht in
de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten voor gemeenten als
Soest, die zijn voorbestemd om als opvangcentrum voor het overschot
uit de Randstad Holland te dienen, een andere behandeling te verkrij
gen dan voor gemeenten met een beleid dat met dergelijke omstandig
heden geen rekening heeft te houden. Maar wij hebben ons bovendien
afgevraagd, of er niet een regeling met het gasbedrijf behoort te
worden getroffen ten aanzien van vergoedingen voor het leggen van gas
leidingen in het grondbezit van de gemeente. Deze vergoeding is hier
eerder ettelijke malen aan de orde geweest en toen is van alle kanten
gezegd: Wij weten niet of wij het hiermee eens kunnen zijn, maar als
dit punt in behandeling is, zullen we ons nader beraden. Ik geloof,
mijnheer de voorzitter, dat het nu daarvoor de hoogste tijd is. Wij
gaan straks over tot het gebruik van aardgas. Ik weet helemaal niet,
hoe groot de aardgasbel is. Hierover bestaat nogal verschil van in
zicht. Volgens P.v.d. A.-vertegenwoordigers gaat het om ik weet niet
hoeveel miljard kubieke meter. Officieel redeneert men echter in de
geest van toch wel een zodanig kwantum, dat veilig kan worden aange
nomen, dat het in de toekomst het aardgas zal zijn, dat ons de ener
gie brengt. Ik weet helemaal niet, hoe dit zal verlopen, maar ik zou
me kunnen voorstellen, dat men algemeen als consument aandacht gaat
schenken aan de uiteindelijke prijs van het aardgas. Nu is het voldoen
de bekend, dat in verschillende gemeenten een vergoeding wordt gevraagd
voor de aanwezigheid van gasleidingen in gemeentelijke grond.
- 218 -