9 december 1964. De heer PIEREN kan akkoord gaan met de door het college voorgestelde verhoging van de slacht- en keurlonen. Niettemin is hij blij met de opmerkingen die de heer Hilhorst thans heeft ge maakt. In de laatste vergadering van de slachthuiscommissie heeft spreker gewezen op een artikel in het dagblad Trouw, waarin melding werd gemaakt van een aantasting van de volksgezondheid door frau duleus slachten en van ernstige klachten die op dit punt naar voren zijn gekomen in Reeuwijk. Hij zou de wethouder willen voorstellen om in ieder geval een verscherpt toezicht in te stellen. Hij denkt hierbij niet slechts aan toezicht op slagerswinkels en andere win kelbedrijven die vlees verkopen, doch ook aan controle op hetgeen in automatieken wordt verkochtHij weet niet of er thans reeds controle plaatsvindt ten aanzien van de automatieken, doch hij zou in ieder geval willen pleiten voor een verscherpt toezicht De wethouder VAN DEN AREND zegt aan het adres van de heer Pieren te moeten herhalen hetgeen hij tegen de heer Hilhorst heeft gezegd, n.1. dat de door hem bedoelde controle geheel valt buiten de taak van deze dienst en behoort tot de controle die geschiedt krachtens de Warenwet Als antwoord aan de heer Hilhorst zegt spreker, dat het teruglopen van de verkoop van vlees in het geheel geen kwestie is van de verhoging van de slacht- en keurlonen met 1 cent per kg. De heer Hilhorst weet nu zo goed als hij, dat de mensen tegenwoordig vrij veel pluimvee eten. Dat is ook een van de oorzaken, dat de ver koop van vlees achteruit gaat. De heer HILHORST merkt op dat de wethouder nu toch wel van een heel gevaarlijke stelling uitgaat. Men zou inderdaad kunnen stellen dat de Keuringsdienst van Waren in het belang van de volks gezondheid een taak heeft te vervullen op het gebied van de controle op de verkoop van vlees. Men dient echter te bedenken dat elke kilo vlees die frauduleus wordt ingevoerd, voor de gemeente een nadeel van 8 cent betekent. Dit moet automatisch aanleiding zijn om overal controle te doen plaatshebben in het belang van de gemeente. In ver band daarmede is dit onderdeel een wel heel zwaar onderdeel in de uitgaven van het abattoir, om te voorkomen dat heel veel inkomsten voor de gemeente verloren gaan. Er moet overal controle plaatshebben, alleen al om na te gaan of er in Soest sprake is van frauduleuze vleesinvoer Mevrouw POLET-Musler merkt op dat het frauduleus invoeren van vlees niet behoeft te impliceren dat dat vlees kwalitatief min derwaardig is. Zij maakt deze opmerking niet omdat zij het fraudu leus invoeren van vlees zou willen verdedigen. Zij maakt deze opmer king in verband met het feit dat de heer Hilhorst in eerste instantie heeft gesteld dat de controle moet zijn gericht op de kwaliteit van vlees. Ook de gevallen die in de kranten zijn gesignaleerd hadden be trekking op de kwaliteit. Daarbij ging het om het afkeuren van minder waardige vleessoorten, die men door een behandeling met zwavelig zuur een mooie rode kleur had gegeven en die daarna veel te duur werden verkocht aan de huisvrouwen. Bij een desbetreffend krantenbericht was nog een oproep geplaatst, dat de huisvrouwen meer kwaliteitsbesef zou den moeten krijgen en meer prijsbewust zouden moeten inkopen. De heer HILHORST: Zo heb ik het niet gesteld.' Mevrouw POLET-Musler: Jawel, u heeft eerst gezegd dat erop moest worden toegezien dat er geen minderwaardig vlees wordt verkocht. Dat ligt op het terrein van de Keuringsdienst van Waren. Maar daarna heeft u gezegd dat er gecontroleerd moet worden opdat er geen frauduleus ingevoerd vlees wordt verkocht - 246 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 247