9 december 1964. De heer GRIFT: Maar wanneer is "in het volgend jaar"? Het kan dan nog wel een jaar duren. Men zou ter plaatse ook een parkeer verbod kunnen instellen. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt te zullen nagaan, wanneer men met de reconstructie van het betrokken weggedeelte denkt te be ginnen. Zou dat vroegtijdig gebeuren, dan zal men geen voorlopige voor ziening treffen. Zal de reconstructie echter nog even moeten wachten, dan zal worden nagegahn of een voorlopige voorziening kan worden ge troffen Hoofdstuk VI wordt, voor wat de uitgaven betreft, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Hoofdstuk VIII. Onderwijs, kunsten en wetenschappen De heer PIEREN zegt in hoge mate verontrust te zijn over het grote aantal noodlokalen. Daarover is ook tijdens het afdelingsonder- zcek gesproken. Dat is in het afdelingsverslag echter niet geheel goed tot uiting gekomen, In dat verslag staat n.1.: "Een lid van de tweede afdeling zou het op prijs stellen, indien de gemeenteraad eens een inzicht zou worden gegeven van de systeembouw die wordt toegepast bij de woningbouw." De vraag betrof echter ook de systeembouw bij de scholen bouw. Er is in Nederland een fabriek, die systeembouw voor scholen toepast, doch die deze scholen exporteert naar het buitenland. Gezien hetgeen in het Soesterveen en ook in Soesterberg staat te gebeuren, zal men naar sprekers oordeel met de scholenbouw op een gegeven moment aardig "in de knoei" komen. Hij weet dat het college daaraan weinig kan doen, omdat het afhankelijk is van het afkomen van urgentieverkla ringen en rijksgoedkeuringen. Gezien het aantal noodlokalen, vraagt hij zich af, of het niet noodzakelijk is bij de rijksoverheid aan de orde te stellen de noodzaak van meer scholen voor Soest, teneinde de scho- lennood - die spreker absoluut ziet aankomen - tijdig te voorkomen. Wellicht kan men dan door een drie- of vijfjarenplan van de noodloka- liteiten afkomen. Weliswaar betreft het behoorlijke noodlokalen, maar het geven van onderwijs in dergelijke lokalen schept toch wel een be paalde problematiek - ook wat betreft het kind dat in zo'n lokaal on derwijs volgt De wethouder DE HAAN merkt op dat de heer Pieren een probleem heeft aangesneden, dat inderdaad grote zorgen baart. Spreker heeft de indruk, dat men de eerste tijd niet uit die zorgen zal komen. Het ziet er niet naar uit, dat het systeem van het afgeven van rijksvergunningen voor de bouw van scholen binnenkort zal worden verbeterd. Dat betekent dat snel groeiende gemeenten, zoals Soest, met noodlokalen zullen moe ten werken. Wanneer woningbouw in groot formaat plaatsvindt - zoals in het Soesterveen zal gebeuren -, zal de mogelijkheid moeten worden nage gaan om via systeembouwscholen daar althans de grootste moeilijkheden op te vangen. Er zijn een aantal factoren, die door elkaar spelen. In een statische wijk ziet men een geleidelijke vermindering van het aantal kinderen in de schoolgaande leeftijd. Die vermindering wordt daar op gevangen door de lagere leerlingenschaalDe scholen in dergelijke wijken leiden daardoor een vrij constant leven. Maar zo gauw men krijgt te maken met een betrekkelijk jonge wijk waarin het aantal schoolgaan de kinderen nog toeneemt, of met nieuwbouwwijken, zullen er perioden zijn, waarin men toch met noodlokalen de zaak zal moeten opvangen. Het is n.1. bijzonder hachelijk, alleen maar op een geschat aantal kinderen in nieuwe woonwijken de scholenbouw te plannen. Hiermede heeft men in een aantal plaatsen - niet eens zover van Soest verwijderd - lelijke ervaringen opgedaan. - 258 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 259