19 februari 1964. verre is de riolering nu in de gemeente aangebracht? Wat kan er met de bestaande installatie in de gemeente nog verder gebeuren Is de huidige ontwikkeling in overeenstemming met de verwachtin gen, die men bij de oorspronkelijke opzet van de zuiveringsinstallatie had of wijkt de ontwikkeling daarvan af? Is in het inwonerekwivalent van 12.500 begrepen het geen men zich had voorgesteld ten opzichte van de strekkende straatlengte aan riolering of is er hierbij sprake van belangrijke afwijkingen? In het voorstel wordt gesproken van "de uitbreiding" van de instal latie. Welke uitbreiding stelt het college zich precies voor? Daaromtrent blijkt niets uit dit voorstel. Heeft het college al een voldoende inzicht in de situering van de uitbreiding? Komt men door deze uitbreiding niet in conflict met een tracé voor een rijksweg, zoals die door de cultuurtechnische dienst wordt voorgestaan? De oorspronkelijke opzet van de installatie is gemaakt door het ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey. Onder punt 7 van de agenda volg nummer 24) wordt voorgesteld het indertijd voor het maken van een afvoerka naal beschikbaar gestelde krediet van 260.000,-- te verhogen met ƒ300.000,--. Het desbetreffende plan was eveneens gemaakt door het ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey. In het voorliggende voorstel wordt de raad gevraagd 40.000, -- te besteden om het bureau Dwars, Heederik en Verhey wederom een opdracht te geven. In verband met het voorgaande rijst de vraag: Vormt een be groting van dit architectenbureau voor het thans aan de orde zijnde project een voldoende kompas om op te varen of zal men ook hier voor dergelijke overschrij dingen komen te staan? Spreker twijfelt niet aan de technische capaciteiten van dit bureau, maar hij vraagt zich toch wel af: zal de begroting van dit bureau de werkelijkheid voldoende benaderen en zal men niet opnieuw achteraf voor verras singen worden geplaatst? De heer DIJKSTRA sluit zich geheel aan bij het betoog van de heer Oranje Vervolgens vraagt hij voor hoeveel inwoners het inwonersekwiva- lent van 33.000 voldoende is. Met hoeveel huizen, inwoners of gezinnen komt dit getal precies overeen? De heer PIEREN vraagt of bij het ontwerpen van de huidige instal latie geen rekening is gehouden met de toename van het aantal aangeslotenen. Hoe staat het met de capaciteit van de zuiveringsinstallatie in Soesterberg? Is daarbij voldoende rekening gehouden met de toename van het aan tal aangeslotenen? De heer ELBERTSE neemt aan dat al eerder is voorzien, dat te zijner tijd de installatie zou moeten worden vergrootHoeveel jaren is men eer der aan dit moment toe dan aanvankelijk is gepland? De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat de door de heer Oranje bedoelde kaart gisteren op het gemeentehuis is gekomen. Van deze kaart kunnen de raadsleden aan afdruk krijgen. Zij kunnen dan zien, welke wegen er momen teel van riolering zijn voorzien. De huidige installatie heeft een maximale capaciteit van 16.500 i.e. De installatie is oorspronkelijk gepland op 13.500 i.e. plus 3000 i.e. voor de industrie. Deze laatste raming is natuurlijk slechts een slag in de ruimte. Toen met de bouw van de installatie werd begonnen, kon men namelijk niet voor zien, welke industrieën zich te Soest zouden vestigen en wist men evenmin, of die al dan niet veel water zouden gebruiken. Bij een aantal inwoners van 35.000 tot 38.000 heeft de gemeente Veenendaal bij voorbeeld een zuiveringsinstallatie van 100.000 i.e. nodig. Daar zijn namelijk meer dan 60.000 i.e. voor de indu strie nodig. Tot nu toe heeft Soest echter niet veel groter waterverbruikers. Dat zal evenwel veranderen, doordat nu het grote riool naar Soestduinen klaar is en bij voorbeeld de fotografische industrie - die een vrij groot waterverbruik, na melijk rond 100.000 m3 per jaar, heeft - wordt aangesloten. - 27 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 28