van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag, 27 mei 1964, te 19.30 uur. VOORZITTER: de burgemeester, de heer Mr. S.P. Baron Bentinck. SECRETARIS: de heer J. Dobben, loco-secretaris. Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, G.C. van den Berg, J.W.D. Berkelbach van der Sprenkel, drsL.J. Dijkstra, B.H.A. Elbertse, K. de Haan, A.P. Hil- horstJ.H. Hom, J.C. Korte, mevrouw M.H.B. Muurling-VoorthuisP.C Pieren, mevrouw S.M. Polet-MuslerJ.R. van Poppelen, C. Verheus, mevrouw M.C.P. Walter- van der TogtC.C. van Weert en drs. W.G. van Zadelhoff. Afwezig met kennisgeving zijn de leden: J.K. de Bruin, J.E Brouwer, P. Grift en Dr. D.J.P. Oranje. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de gebedsfor mule Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is ingekomen van: de heer Oranje wegens ziekte; de heer De Bruin wegens vakantie; de heer Brouwer omdat de vergadering een week later wordt gehouden, en de heer Grift. De heer HILHORST verkrijgt op zijn verzoek het woord en spreekt als volgt Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heren. U is begonnen met het afhandelen van deze agenda, maar ik geloof toch dat er reden voor is om even aan iets anders aandacht te schenken, rekening houdend met een toch wel groot gebeuren, dat zich in deze gemeente heeft voorgedaan na de laatste raadsvergadering, en wel de onderscheiding die onze burgemeester is toegekend. Wij menen dat dit wel even in de raad mocht worden gememoreerd. Het spreekt vanzelf, mijnheer de burgemeester, dat dit ons zeer vreugde vol heeft gestemd, omdat wij met de u toegekende onderscheiding tevens overtuigd zijn, dat daarin is verdisconteerd het goede beleid dat in de gemeente Soest is gevoerd Ik weet niet precies hoeveel jaren u in ons midden is, burgemeester, maar het is niet zo'n eenvoudige zaak om burgemeester te zijn van een zo snel groeien de gemeente; normaal is het al moeilijk. Het is zelfs vaak al moeilijk om in een gezin alle kinderen te bevredigen - en dan praat ik nog maar helemaal niet over de echtgenote - maar in een gemeente is dat wel uitermate moeilijk. Vooral als men burgemeester is in een tijd, waarin er behoeften zijn aan zakelijke dingen - ik denk bijvoorbeeld aan woningen; men voelt altijd zijn eigen leed het zwaarst - is het echt geen eenvoudige taak voor een burgemeester om de oplos sing zodanig te doen zijn, dat iedereen ervan overtuigd is dat zij goed is. U heeft dat altijd bewonderenswaardig gedragen, omdat u ervan over tuigd was - en wij zijn mede overtuigd dat dit zo is - dat u dat altijd strikt rechtvaardig hebt gedaan, zoals van een burgemeester, die de belangen van al zijn ingezetenen behartigt, mag worden verwacht. Ik hoop dat u deze onderscheiding tot uw pensioengerechtigde leeftijd in Soest zult dragen als burgemeester en dat u daarna nog vele jaren in goede gezondheid de groei en bloei van onze gemeente zult kunnen blijven volgen. Wij danken degenen die eraan hebben meegewerkt en Hare Majesteit de Koningin, dat zij u deze onderscheiding heeft willen uitreiken. Wij wensen u toe dat u haar in goede gezondheid en met dezelfde werklust en werkijver, die wij van u gewend zijn, zal kunnen blijven dragen. De VOORZITTER antwoordt hierop als volgt: Mijnheer Hilhorst, ik dank u en met u ook de hele raad voor de vriende lijke en waarderende woorden. Naast de dankbaarheid aan Hare Majesteit de Ko ningin, die mij deze onderscheiding heeft willen verlenen, is daar toch ook wel de vreugde, zoals u het ook wel hebt uitgedrukt, omdat ik deze onderschei ding niet alleen als een persoonlijke beschouw, maar het gevoel heb, dat daar van ook wel iets afstraalt op de gemeente en in de eerste plaats op de raad. Nr5 27 mei 1964. NOTULEN

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 68