Nr. 7 11 augustus 1965. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag, 11 augustus 1965, te 19.30 uur. VOORZITTER: de burgemeester, de heer mr. S.P. Baron Bentinck. SECRETARIS: de heer J.J.J.M. Festen Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, G.C. van den Berg, J.K. de Bruin, drs. L.J. Dijkstra, B.H.A. Elbertse, P. Grift, K. de Haan, A.P. Hilhorst J.H. Hom, J.C. Korte, G.H. Oldenboom, drs. D.J.P. Oranje, P.C. Pieren, J.R. van Poppelen, C. Verheus, A.J. van Vloten, mevrouw M.C.P. Walter- van der Togt en C.C. van Weert. Afwezig met kennisgeving de leden: J.W.D. Berkelbach van der Sprenkel, me vrouw S.M. Polet-Musler en A.S. Westra. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de gebedsformule Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is inge komen van de heren Westra en Berkelbach van der Sprenkel en van mevrouw Polet-Musler 148(1) Voorstel tot het aangaan van een geldlening tot een bedrag van 1.000.000, De heer DE BRUIN vraagt of het niet wenselijk was geweest, dat voorafgaande aan deze vergadering van de raad de financiële commissie was bijeengekomen om dit punt te behandelen. Voorts zou spreker gaarne vernemen, hoeveel zegelkosten de gemeen te in dezen is verschuldigd. De heer ELBERTSE vraagt of deze lening de enige is die de gemeen te is aangeboden of dat er nog enige keuze mogelijk was. De VOORZITTER zegt naar aanleiding van de vraag van de heer El bertse, dat hij een verrassing voor de raad heeft. Het college is n.1. voornemens de raad na behandeling van dit voorstel nog een voorstel voor te leggen dat luidt"Voorstel tot het aangaan van een geldlening tot een bedrag van 1.000.000,De ten aanzien van deze lening geldende voor waarden zijn iets anders dan die welke ten aanzien van de onderhavige le ning gelden. Er is dus inderdaad nog een tweede aanbieding geweest. Deze is door het college voorlopig aanvaard; het hoopt dus 2.000.000,te lenen. Maar meer dan dat is de gemeente niet aangeboden. De heer ORANJE leest in dit voorstel: "Opneming: 1 februari 1966". Op grond hiervan neemt hij aan, dat deze lening zal komen ten laste van het leningsplafond-1966Dit heeft bij hem de vraag doen rijzen of Soest zijn leningsplafond-1965 reeds dicht is genaderd of hiervan nog ver af is. De wethouder VAN DEN AREND zegt als antwoord aan de heer De Bruin, dat het college wel even heeft overwogen, de financiële commissie bijeen te roepen voor een bespreking van deze lening, doch de noodzaak daarvan niet heeft ingezien. Deze lening is nodig voor de financiering van de grondaan kopen en enkele andere kapitaaluitgaven waartoe de raad in zijn vorige ver gadering heeft besloten en waarmede ongeveer 1.000.000,is gemoeid. De voorzitter heeft in die vergadering uitdrukkelijk gesteld, dat het niet mogelijk was, daarvoor tijdig een lening te sluiten, om de eenvoudige reden dat er geen geld verkrijgbaar was. Voorts is toen meteen naar voren gebracht dat wanneer een geldlening zou kunnen worden gesloten, dit bijzonder duur zou zijn. De raad is toen dus reeds min of meer voorbereid. In de vorige vergadering is voorts medegedeeld, dat wanneer de mogelijkheid van het slui ten van een lening zich zou voordoen, de raad in deze vakantiemaand nog even zou worden bijeen geroepen om ter zake een besluit te nemen. Met het oog op dit alles achtte het college het niet noodzakelijk, een bijzondere vergadering van de financiële commissie te beleggen. De afdeling financiën heeft getracht, op zo gunstig mogelijke voorwaarden een lening te verkrijgen van particulieren. De aanbiedingen waren evenwel zeer schaars. - 99 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 100