15 september 1965 De VOORZITTER: Er is hier enorm geëxperimenteerd met alle mogelijke opstellingen om te zien, hoe de raadsleden op de thans gebruikte stoelen in deze zaal een plaats kunnen vinden. De secretaris zegt mij nu, dat met de door u gedachte opstelling plaatsen worden gewonnen. De heer ORANJE: Zoals wij het gisteravond hebben uitgemeten, wordt er beslist ruimte mee gewonnen. Maar wij kunnen ons natuurlijk vergissen. De VOORZITTER: Ik wil uw suggestie graag eens uitproberen. De heer ORANJE: De kosten zouden dan niet meer bedragen dan de kosten die zijn verbonden aan de aanschaf van twee nieuwe stoelen. Mevrouw POLET-Musler merkt op dat de stoelen die thans in de raads zaal in gebruik zijn, onmogelijke dingen zijn waarop men niet behoorlijk kan zitten. Men zit op deze niet goed gebouwde stoelen werkelijk allerbe roerdst. Daarom zou spreekster erop willen aandringen, dat de raadszaal in elk geval, ook wanneer deze zaal zou worden vergroot, van andere stoe len wordt voorzien. De voorgestelde veïgroting van de raadszaal is in de commissie lang en breed besproken. Niemand heeft er eigenlijk veel vertrouwen in, dat hiermede een plezierige oplossing wordt verkregen. Spreekster heeft in de commissie zelfs het woord "alkoof" laten vallen. Het woord loge" is een beetje aardiger, maar de betrokken ruimte wordt veel te diep. Daar door zal het gezichtsveld van degenen die hier een plaats moeten vinden, nogal beperkt zijn. De VOORZITTER merkt op dat hij eigenlijk wel gelukkig is met deze discussie, die weer wat perspectieven opent. Het idee van de alkoof is bepaald een achteruitgang op verschillende punten en betekent echt wel een noodoplossing. Het lijkt spreker nu beter, dat eerst eens wordt be zien of niet een oplossing kan worden gevonden waarbij de voorgestelde vergroting niet behoeft te worden uitgevoerd. Hij heeft begrepen dat af gezien van het ruimteprobleem de wens naar andere stoelen sterk leeft. Ook die wens kan dan worden bekeken. De heer ORANJE merkt op dat hij gaarne zou zien, dat er bij welke oplossing dan ook rekening wordt gehouden met het feit dat de raadsleden een bepaalde tafeloppervlakte nodig hebben voor hun stukken. De leden van de V-V.D.-fractie moeten reeds nu op allerlei manieren met hun stuk ken schuiven om ze overzichtelijk te kunnen groeperen. Mevrouw POLET-Musler merkt op dat er bij verschillende raadsleden nog een verlangen leeft. Dit betreft het feit dat sommige raadsleden moeilijk verstaan wat andere raadsleden zeggen. Wanneer er voor wat be treft de uitbreiding van de raadszaal kosten worden gespaard, zou dan het aanschaffen en in gebruik nemen van een geluidsinstallatie kunnen worden overwogen? De heer ORANJE: Daar is alles voor en niets tegen! De heer WESTRA: Bij de door de heer Oranje aangegeven opstelling van het meubilair zouden wij het college helemaal niet horen! De heer ORANJE merkt op dat men zich wat betreft een geluidsinstal latie zou kunnen oriënteren in de raadszaal van de gemeente Utrecht of de statenzaal van de provincie Utrecht. Men behoeft niet een microfoon per zetel te hebben, men kan volstaan met één microfoon per twee of desnoods per drie zetels. De VOORZITTER stelt vast dat aan de orde is een uitgebreid voorstel van het college, waarvan het deel dat betrekking heeft op de raadszaal slechts een klein onderdeel vormt. Spreker stelt de raad voor, dit voorstel thans aan te nemen met uitzondering van het gedeelte dat betrekking heeft op de raadszaal. Alles wat ten aanzien hiervan in de discussie van vanavond naar voren is gekomen kan dan nog eens nader worden overwogen. Het idee van een geluidsinstallatie heeft een zeker bezwaar. De raads zaal is de enige zaal in het raadhuis. Deze zaal dient niet alleen voor de raadsvergaderingen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 126