20 januari 1965.
De exploitant heeft verzocht hem tegemoet te komen in de zware lasten.
De vermakelijkheidsbelasting voor filmvoorstellingen in de
gemeente Soest is in de loop der jaren al van 20 op 15% en later van
15 op 10% gebracht. Thans stelt het college dus voor, deze 10% te ver
lagen tot 5%.
De heer De Bruin heeft gesuggereerd, dat de bioscoopexploi
tant het moeilijk zal krijgen wanneer straks de kleurentelevisie haar
intrede zal hebben gedaan. Daarvan zou spreker willen zeggen, dat die
exploitant dan uiteindelijk ook niet meer te redden zou zijn met een
volledige afschaffing van de vermakelijkheidsbelasting.
Men moet niet uit het oog verliezen, dat de vermakelijkheids
belasting in de gemeente Soest, met uitzondering van die voor filmvoor
stellingen, nog steeds 20% is. Dat percentage geldt onder meer voor
circusvoorstellingen. Het zal bekend zijn, dat ook de circussen met
grote financiële moeilijkheden hebben te kampen. Misschien zal er straks
ook van die kant een verzoek met betrekking tot de vermakelijkheids
belasting komen. Ook met het oog hierop moet men thans voorzichtig
zijn met wijzigingen van de vermakelijkheidsbelasting.
Deze gehele zaak heeft overigens nog een andere kant.
De bronnen van inkomsten waarover de gemeente beschikt zijn maar
zeer gering. Spreker gelooft niet dat men als gemeente maar lukraak
met die bronnen moet omspringen; vooral niet, nu Soest straks krijgt
te maken met een gedeputeerde uit eigen kring, die onder meer ook
de gemeentebegroting van Soest moet beoordelen. Voorkomen moet worden
dat men, wanneer de gemeente Soest eventueel in slechte financiële
omstandigheden zou komen te verkeren, een rare tik op de vingers zou
krijgen wegens het al te lichtvaardig omspringen met eigen inkomsten
bronnen.
Tot slot zegt spreker te menen, dat het voorstel van het
college alleszins redelijk is en dat het strekt tot voldoening van
de betrokken exploitant zelve.
De heer DE BRUIN moet tot zijn spijt zeggen, het betoog
van de wethouder van financiën weinig steekhoudend te vinden. Het
was zijns inziens op geen enkel punt steekhoudend. Spreker wil daar
om zijn voorstel tot afschaffing van de vermakelijkheidsbelasting
voor filmvoorstellingen handhaven.
Mevrouw P0LET-Musier zegt het geheel oneens te zijn met
hetgeen de heer Van den Arend heeft opgemerkt - zowel voor wat be
treft diens zakelijke argumenten als voor wat betreft diens "bij
argumenten"
De wethouder heeft gezegd, dat met het afschaffen van de
vermakelijkheidsbelasting voor filmvoorstellingen meer zou worden
gegeven dan de exploitant in een schrijven heeft gevraagd. Ten aan
zien hiervan zij opgemerkt, dat de exploitant een exploitatie-over
zicht heeft overgelegd en heeft gevraagd om "minstens 5%"Dit wil
naar spreeksters wijze van zien alleen maar zeggen: Ik zou meer ge
holpen zijn met een algehele afschaffing, maar minstens 5% brengt
mij er even bovenop.
De heer Van den Arend heeft voorts opgemerkt, dat niet
lichtvaardig moet worden omgesprongen met de gemeentefinanciënNaar
aanleiding hiervan herinnert spreekster eraan, dat de burgemeester
in zijn hedenavond gehouden nieuwjaarsrede heeft gesproken over de
leefbaarheid van Soest. Zou een plaats van om en nabij de dertig
duizend inwoners niet over een eigen bioscoop beschikken, dan zou
dat de leefbaarheid van die plaats zeker slecht beïnvloeden.
Spreekster is het met de heer De Bruin eens, dat de con
currentie voor het bioscoopbedrijf steeds zwaarder zal worden,
maar dit betekent tevens dat de exploitant steeds een ander soort
films moet vertonen.