20 oktober 1965, Hij meent dat hier moet gelden: Gelijke monniken, gelijke kappen. De VOORZITTER merkt op dat het recht van erfpacht over het algemeen voor een langere periode wordt verleend. In het onderhavige geval betreft dit recht een periode van 25 jaar. De betrokken vereniging weet van tevoren, dat zij over 25 jaar - althans wanneer het r-echt van erfpacht niet wordt verlengd - de grond in de oorspronkelijke toestand moet opleveren. Zij kan hiermede dus rekening houden bij het bepalen van de afschrijvingster mijn van wat zij op deze grond wil bouwen. Bovendien mag zij bij het be ëindigen van het recht van erfpacht hetgeen zij heeft gebouwd verwijderen, zodat zij de restwaarde daarvan kan incasseren. Spreker ziet in dit geval in het verlenen van het recht van erfpacht dan ook geen enkel bezwaar. Hij gelooft dat het alleen maar een voordeel is, dat de gemeente over 25 jaar indien nodig weer integraal de beschikking over dit terrein kan ver krijgen. De heer WESTRA: Mijnheer de voorzitter, u heeft niet gesproken over het terugbrengen van het bedrag van 171,tot 1, De wethouder HILHORST: Men heeft het zelf op deze wijze gewenst, met de wetenschap dat jaarlijks 171,moet worden betaald. Zou men dit bedrag niet behoeven te betalen, dnn zou dat betekenen dat de gemeente dit werk gaat subsidiëren. Daar gevoel ik niets voor. Wij moeten dit gewoon zakelijk afwikkelen. De VOORZITTER merkt op dat de vergoeding van 171,per jaar is gebaseerd op de waarde van de grond. Er wordt voor deze grond een be paalde rente berekend; dat is normaal en niet meer dan billijk. Het colle ge acht de postduivenvereniging niet te behoren tot de verenigingen die van gemeentewege moeten worden gesubsidieerd. Deze verenigingen worden door de gemeente aan een stuk grond geholpen en daarvoor betalen zij de kostende prijs. De gemeente is deze verenigingen dan nog in zoverre terwille, dat zij die grond niet behoeven te kopen, doch hem 25 jaar in erfpacht mogen hebben. Zou de gemeente hiervoor niet de normale canon vragen, dan zou dat betekenen het subsidiëren door de gemeente van de postduivenverenigingen. Tot nu toe staat het college echter op het standpunt dat, hoewel de sportverenigingen van gemeentewege worden gesubsidieerd, er geen reden is om de postduiven verenigingen te subsidiëren. De wethouder HILHORST: Zij vragen er ook niet om! De VOORZITTER vervolgt dat met de postduivensport heel veel geld is gemoeid en dat het bedrag van 171,maar een heel, heel klein gedeelte is van wat deze sport kost. Het lijkt spreker niet juist, uitgerekend ten aanzien van het gedeelte dat door de medewerking van de gemeente moet worden betaald te sub sidiëren. Dat zou bovendien een volledig willekeurige subsidie zijn. De heer WESTRA wijst er nog op dat de gemeente op de verhuur van een tennispark wekelijks 40,toelegt (hoewel toch velen die de tennis sport beoefenen de daaraan verbonden kosten best zelf kunnen betalen), ter wijl hetgeen hij ten aanzien van de postduivenvereniging "De Zwaluw" heeft bepleit, een subsidie van slechts ruim 3,per week zou betekenen. De wethouder HILHORST: Het g!?&t om het principe! Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 209(39) Voorstel tot het aangaan van een geldlening. De VOORZITTER deelt mede dat de financiële commissie met dit voor stel akkoord gaat, met dien verstande dat één lid van deze commissie tegen dit voorstel is. De heer DE BRUIN merkt op dat hij in de financiële commissie niet tegen dit voorstel heeft gestemd, doch zich zijn stem heeft voorbehouden, omdat het staande de commissievergadering naar voren werd gebracht en hij zich terzake nog even wilde oriënteren. De voorwaarden van deze lening liggen boven de huidige markt- voorwaarden, maar omdat zij hier slechts iets boven liggen wil spreker wat dit betreft zijn stem aan dit voorstel geven. - 142 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 143