17 november 1965, De heer WESTRA: Als hij niet verkopen wil daarvoor is hij koopman. De wil tot verkoop hangt ook wel eens af van de prijs die overeen gekomen wordt Voortgaande zegt spreker dat er tussen de kosten van de voorge stelde constructie inclusief de notariële kosten en de notariskosten die zouden zijn gemoeid met verkoop van deze woningen, een groot verschil zit. De aankoop van deze woningen zal de gemeente misschien wat geld moeten kos ten, maar daarmede zou zijns inziens een betere toestand worden verkregen dan met de gewilde constructie die nu is gezocht. Hij zou graag zien dat burgemeester en wethouders eens in contact treden met het bouwbedrijf Lis man en zouden nagaan, op welke concrete voorwaarden het bereid zou zijn, deze eigendom aan de gemeente over te dragen. Naar zijn gevoelen kan de raad dan gemakkelijker en juister beoordelen, wat in dezen de meest gewenste oplossing is. De vier of zes weken die hiermede zouden zijn gemoeid, spelen zijns inziens geen rol tegen de achtergrond van het feit dat deze zaak al twee of drie jaar speelt. De VOORZITTER merkt op dat het college natuurlijk altijd kan vra gen of het bouwbedrijf Lisman bereid is, deze woningen te verkopen, maar dat de gemeente deze woningen alleen maar kan kopen tegen een prijs die een verantwoorde exploitatie mogelijk maakt. Het zal dus van de interne situatie bij dit bouwbedrijf afhangen of het deze woningen gaarne verkoopt dan wel deze woningen maar liever aanhoudtWant als de gemeente deze woningen al leen maar kan kopen als zij een lonende exploitatie geven, dan kan de maat schappij Lisman ze natuurlijk ook houden omdat zij een lonende exploitatie geven. Spreker zou de raad willen voorstellen het voorgelegde besluit te nemen. Voordat dat besluit is goedgekeurd, heeft het college altijd nog wel gelegenheid, aan de eigenaar te vragen of en, zo ja, op welke voorwaar den hij bereid is, deze huizen te verkopen. Maar tenslotte is de gemeente indertijd met deze eigenaar in zee gegaan met de afspraak dat er sprake zou zijn van een gedeelde eigen dom en daar kan de gemeente nu niet van terugke ren. Het onderhavige besluit is eigenlijk een uitvoeringsbesluit met betrek king tot het veel eerder genomen besluit, de gemeente beneden en de bouwmaat schappij Lisman boven te laten bouwen. Daarom moet het voorgelegde besluit nu toch wel worden genomen. Ondertussen kan nog met de bouwer worden overlegd. Mocht hij inderdaad bereid zijn deze huizen voor een redelijke prijs te ver kopen, dan kan het college de raad voorstellen ze te kopen en dan behoeft de gehele rompslomp van de gedeelde eigendom niet meer aanhangig gemaakt te wor den. Vandaag moet de raad echter het voorgelegde besluit nemen, om als de eigenaar niet bereid is deze woningen te verkopen, de zaak nog tijdig af te wikkelen De heer Westra heeft gezegd, dat hij in een premiewoning woont. Die heeft hij kunnen kopen. Hij had haar echter ook kunnen bouwen. De heer WESTRA; Dat heb ik gedaan! De VOORZITTER; Maar dat kan de gemeente niet en dat is nu juist de moeilijk heid. Een particulier mag meer dan de gemeente. De heer WESTRA; Ik heb gesteld dat men vrij is in de verkoop van premiewoningen en dat ook dit bouwbedrijf deze premiewoningen mag verkopen. Er is geen bepaling in het leven geroepen, dat de gemeente geen premiewoningen mag kopen. De gemeente treedt dan op als privaatpersoon. Waarom zou zij dan niet mogen kopen? Dat begrijp ik niet. Voortgaande zegt spreker dat dit politiebureau en deze hulpsecre tarie twee elementen zijn die voor de gemeente van een dusdanige betekenis zijn, dat ten aanzien daarvan de normale normen van een exploitatie wel enigszins mogen worden overschreden. Wanneer de boven deze gemeentelijke bureaus gelegen woningen door de gemeente worden aangekocht, verkrijgt men de winst, dat deze bureaus zullen zijn gevestigd in een gebouw dat geheel het eigendom van de gemeente is. - 154 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 155