15 december 1965. behoeve van een benzine- en gasolie-installatie annex quick service bedrijf aan de Birkstraat. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 242(7) Voorstel tot het benoemen van twee plaatsvervangende leden voor de schoonheidscommi ssi e De VOORZITTER verzoekt de heren Elbertse en Pieren met hem het stembureau te vormen. De uitslag der stemming is, dat de heer ir. F.H. Klokke met 11 stemmen (van de 20 uitgebrachte stemmen waren 9 ongeldig) en de heer ir. G.M. Leeuwenberg eveneens met 11 stemmen (van de uitgebrachte stemmen waren 6 ongeldig en 3 blanco) zijn benoemd tot plaatsvervan gende leden. De VOORZITTER dankt de heren Elbertse en Pieren voor de ver richte werkzaamheden en geeft de raad in overweging in het vervolg met meer zorg te stemmen. 243(8) Voorstel tot aankoop van grond, gelegen: a. aan de Birkstraat van mevrouw J. Meerding-van de Broek c.s. b. nabij de Laanstraat in het Soesterveen van mevrouw B.de Bruin-van Asch Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 244(9) Voorstel tot wijziging van de gemeente- en bedrijfsbegrotingen voor het dienstjaar 1964. De heer DIJKSTRA vindt in volgnummer 816 aanleiding tot en kele opmerkingen. Aangezien deze post nog wel gedurende een lange reeks van jaren terug zal komen, acht spreker het gewenst deze op de normale wijze op de begroting te zetten, inplaats van achteraf voor de declara tie van de stedebouwkundige alsnog een post uit te trekken. Een tweede vraag is: Zijn dit werkelijk alle kosten, of vallen declaraties uit diversen hoofde hier nog buiten? Spreker vindt dat het stedebouwkundig werk een bijzonder kostbare geschiedenis wordt. Hij ziet aankomen dat de kosten volgend jaar een halve ton bedragen, zo niet nog meer. Zou niet beter het Ame rikaanse systeem kunnen worden toegepast, waarbij men zich afvraagt of de uitgaven verantwoord zijn, wanneer men ze afweegt tegen de kwaliteit en de omvang van de adviezen, welke worden uitgebracht? Al een hele reeks van jaren heeft de raad het werk van het bureau van prof. van Embden kunnen beoordelen. Vroeger jaren kwam hij regelmatig zelf. Spreker was aanvankelijk bepaald onder de indruk van diens visie, van de deskundigheid waarmee hij die visie verdedigde en van de wijze waarop hij de raad uiteenzette waarom het geheel zo was ge groeid, welke factoren daarop van invloed waren en wat in de toekomst te verwachten viel. Geleidelijk aan kwam hij minder zelf. De laatste jaren komt hoofdzakelijk de heer Roorda van Eysinga om het resultaat van het werk van het bureau aan de raad uiteen te zetten. Spreker is daar niet zo geweldig van onder de indruk, gezien de oppervlakkigheid waarmee dat min of meer gebeurt. Hij geeft daarom het college ernstig in over weging zich te beraden of dit zeer kostbare advieswerk al dan niet moet worden voortgezet en of het niet tijd wordt een ander bureau in te scha kelen, of met behoud van hetzelfde bureau een andere werkwijze toe te passen. De heer DE BRUIN merkt op dat het agendapunt dat nu in be handeling is veel belangrijker is dan het op het eerste gezicht lijkt. Het betreft een lijst van plussen en minnen van 1964, de afsluiting dus - 168 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 169