20 januari 1965. 23(22) Benoeming van een wethouder ter voorziening in de opengevallen plaats als gevolg van de ontslagname door de heer DrsW.G. van Zadelhoff. De heer HOM stelt namens zijn fractie voor, de heer A.P. Hilhorst tot wethouder te benoemen. De VOORZITTER verzoekt de heren De Bruin en Berkelbach van der Sprenkel met hem het stembureau te vormen. Uitgebracht worden 20 stemmen, waarvan 2 blanco en 18 op de heer A.P. Hilhorst, zodat deze is benoemd. De VOORZITTER verzoekt de heer Hilhorst te willen mededelen, of hij deze benoeming aanvaardt De heer HILHORST antwoordt hierop als volgt Mijnheer de voorzitter! U heeft het vanavond in uw nieuwjaarsrede reeds gememoreerd: dit is wel een zwarte dag voor de gemeente Soest. Ik kan mij voorstel len, dat er toch wel een gedrukte stemming heerst, ook in deze raad, als gevolg van de ontslagneming van de heer Van Zadelhoff. Ik heb de indruk, dat die sfeer vanavond in de raad heerst. Men kan zich de ge meenteraad en de gemeente Soest bijna niet anders voorstellen, dan met in het gemeentebestuur de heer Van Zadelhoff. De heer Van Zadelhoff heeft zijn taak in het gemeentebestuur op een zodanige wijze vervuld, dat men hem zich in deze gemeente tot in lengte van dagen zal herinne ren. Het is een toevallige samenloop van omstandigheden, dat de heer Van Zadelhoff mij als wethouder opvolgde en dat ik hem nu als wethouder opvolg - zij het tijdelijk, want ik voel mij in de overbrugging. Dit laatste slaat niet zozeer op mijn financiële toestand, als wel op het feit dat ik mij voor een zeer zware taak gesteld weet. Het is eenvoudig uitgesloten, dat de raad van mij kan verwachten wat de heer Van Zadel hoff voor de gemeente Soest is geweest Ik ben er uitermate dankbaar voor, dat de stemming op deze wijze is verlopen. Ik ben mij er heel goed van bewust, dat men weet zijn stem te hebben uitgebracht op iemand die minder goed is dan de heer Van Zadelhoff. Ik geloof dat dit vanzelf spreekt. Dat men zich toch op deze wijze heeft uitgesproken, is iets dat mij bijzonder dank baar stemt. U, mede-raadsleden, kunt er dan ook van verzekerd zijn, dat ik alles zal doen wat van mij mag worden verwacht om het hiaat dat hier op deze avond is ontstaan door het vertrek van de heer Van Zadelhoff, voor de gemeente zo goed mogelijk op te vullen. Voor u, mijnheer de voorzitter, is deze dag wel een heel zwarte dag. Ik kan mij voorstellen, dat iemand die gewend is iemand naast zich te hebben met een zo breed inzicht als dat van de heer Van Zadelhoff, zich er goed van bewust is een goede steun te zijn kwijtgeraakt, wanneer hij in plaats van hem iemand naast zich krijgt van wie hij een dergelijk breed inzicht beslist niet kan verwachten. Ik hoop echter dat u de moed kunt opbrengen om in zee te gaan met degene die de plaats van de heer Van Zadelhoff inneemt. Ik hoop dat u mij zoveel als mogelijk is zult wil len tegemoet komen en dat u, de andere wethouders en de secretaris begrip zullen opbrengen voor de situatie waarin ik kom te verkeren. Ik hoop hier bij, dat wij gezamenlijk zullen trachten, datgene te doen wat voor de ge meente Soest noodzakelijk is. Dames en heren, ik zeg u allen nogmaals hartelijk dank voor het vertrouwen dat u mij heeft geschonken en ik geef u mijnerzijds de verzekering, dat ik zal doen wat in mijn vermogen ligt om dat vertrouwen niet te beschamen. De VOORZITTER spreekt hierna als volgt. - 15 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 16