20 januari 1965. Soest -, maar het zijn ook wel factoren van binnenuit geweest, die die ontwikkeling hebben gestimuleerd en mogelijk gemaakt. Soest heeft wel eens meer een grote ontwikkeling doorgemaakt. Ik denk hierbij aan de twintiger en dertiger jaren. Toen was de bevolkingstoename nog wel eens groter dan in het afgelopen jaar het geval is geweest. Toen wer den er meer huizen gebouwd dan nu. Toch zien wij wanneer wij op die tijd terugkijken, die tijd niet als een bijzonder gelukkige periode in het bestaan van de gemeente Soest. Ik geloof dat wij wanneer wij op deze laatste twintig jaar terugkijken veel meer een beeld krijgen van een constructief, doelgericht en bewust beleid. Dat doelgerichte en bewuste beleid is voor een groot gedeelte ook door de wethouder Van Zadelhoff, met zijn jarenlange ervaring, bepaald. Maar het is bij hem niet alleen gegaan om de grote lijnen - de heer Van Zadelhoff is ook in de details afgedaald en hij kent ook de details. Wat dat be treft zullen wij in Utrecht een gedeputeerde hebben die wij geen knol len voor citroenen zullen kunnen verkopen, want hij kent Soest bijzon der goed. Ik heb in de heer Van Zadelhoff altijd, vooral in deze ver gaderingen, waar nog wel eens vragen worden gesteld en opmerkingen worden gemaakt waarop ik niet direct voorbereid ben en voor de beant woording waarvan je moet beschikken over een grote mate van parate kennis, een enorme steun gehad; ik heb hem altijd, en vooral bij die gelegenheden, bewonderd om zijn geheugen voor getallen. Wanneer ik mij met de heer Van Zadelhoff vergelijk, dan is hij de typische man van de exacte wetenschappen, die exact denkt en ook goed in getallen denkt, terwijl ik zelf (hoewel ik wel, tot de heer Van Zadelhoffs allergroot ste verwondering, bèta gegaan ben) veel minder exact ben en meer in begrippen denk. Maar dat is misschien ook wel de reden, waarom ik juist aan die exactheid en dat to the point zijn waar het betreft cijfers en getallen en exploitatie'-opzetten zo'n geweldige steun heb gehad. Maar het allerbelangrijkste is, zowel in het college, als hier, in de raad, en ook voor mij persoonlijk, de wijze waarop de heer Van Zadelhoff de problemen behandelt, de manier waarop hij in zijn ge dachten volledig recht doet wedervaren aan het standpunt van opponen ten, zich dat ook indenkt en daarvoor wanneer daar wat inzit ook ont vankelijk is. Dat maakt de discussie aangenaam en het maakt de discus sie constructief. Constructief denken is een van de eigenschappen van de heer Van Zadelhoff. Ik zou nog een andere eigenschap van hem willen noemen, die voor een bestuurder ook van groot belang is: fantasie. Een bestuurder moet constructief kunnen denken - hij moet ook fantasie hebben. Hij moet uit een wirwar van gegevens en tegenstrijdigheden een conceptie kunnen opbouwen; hij moet fantasie hebben om dan toch tot een totaal beeld te komen. Wanneer er iets veranderd moet worden, wanneer het schijnt dat een conceptie in duigen valt en een plan niet kan door gaan, dan moet hij weer fantasie en een constructieve denkwijze hebben om desondanks uit die schijnbare puinhoop toch met iets nieuw te komen. Ik ben er zeker van, dat de heer Van Zadelhoff toch wel met een grote mate van dankbaarheid kan terugzien op de periode die hij hier heeft gehad, waarin het hem gegeven was leiding te geven aan het gemeen tebestuur en waarin deze leiding ook is gewaardeerd en aanvaard. Gelukkig was het zo, dat er voor de denkbeelden die zijn ontwikkeld, een gehoor, een klankbord was, dat er verder was te werken. Ik geloof dat wanneer dat niet het geval was geweest, de heer Van Zadelhoff het ook niet zou hebben volgehouden Als ik de heer Van Zadelhoff goed ken, dan heeft hij een heel hoge gedachte van het besturen en van de overheid. - 17 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 18