20 december 1965. er, voor het oog, niets is gebeurd. Dit is een bijzonder onaangename zaak. Het is waarschijnlijk wel mogelijk, een aantal van de in het plan Soesterveen geprojecteerde woningen uit de premiesector over te bren gen naar de Woningwet-B-sectorHierover wordt momenteel overlegd. De busverbinding over de Eng is een zaak die de gemoederen nogal bezighoudt. Het is begrijpelijk, dat bejaarden graag dichtbij huis een bushalte willen hebben. Misschien zal een oplossing kunnen worden gevoft- den, wanneer de bouw op de Eng nog verder zal toenemen. Spreker gelooft dat het niet mogelijk is, de lijn die over de rijksweg gaat over de Eng te leggen (daaraan is lange tijd gedacht), omdat dan de rijduur te lang z$u worden en de aansluitingen in Soest-Zuid en ook in Baarn niet meer zouden kloppen. Misschien zal het mogelijk zijn, de bus die achterom gaat over de Eng te leiden. Dit zou nog eens met de firma Tensen moeten worden overlegd Naar aanleiding van desbetreffende opmerkingen van de heer Ber- kelbach van der Sprenkel zegt spreker, dat er in de loop der jaren sedert de inwerkingtreding der Financiële-verhoudingswet dieerse verfijningsre gelingen tot stand zijn gekomen, doch dat het niet bekend is, dat er een verfijningsregeling in de maak is voor gemeenten die een snelle groei doormaken. Het lijkt hem in de practijk ook heel erg moeilijk, een ver fijning als laatstbedoelde tot stand te brengen. Wel is er een verfijnings regeling in de maak voor gemeenten die speciaal grote kosten moeten maken in verband met de aanleg van riolering. Gezien de grote kosten die de ge meente Soest zich op het gebied van de riolering moet getroosten en de grote uitgestrektheid van deze gemeente, zou deze verfijning voor deze gemeente wellicht iets kunnen opleveren. Het college wil zich nog wel eens bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten - die tenslotte alle desbe treffende initiatieven van gemeentebesturen kanaliseert - informeren of er voor de snel groeiende gemeenten een verfijningsregeling mogelijk is. Spreker is van mening dat men een heel moeilijk jaar tegemoet gaat in verband met de grote moeilijkheden wat het verkrijgen van lenin gen betreft. De leningsmogelijkheden van de gemeenten zijn geconcentreerd bij de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. De leningsmogelijkheden zijn nu natuurlijk in de eerste plaats afhankelijk van een mogelijkheid van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten om zelf geld te lenen die mogelijk heid zal afhangen van de ontwikkeling van de kapitaalmarkt in 1966, die op haar beurt afhangt van allerlei economische ontwikkelingen in Nederland en daarbuiten. Het college heeft nog steeds geen richtlijnen ontvangen, waarmede het rekening zou moeten houden bij het aanvragen van leningen bij de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. Het weet op dit terrein nog to taal niets. De huidige beperking wat het aangaan van leningen betreft, betekent een uitholling van de gemeentelijke autonomie. Want wanneer een gemeentebestuur na een langdurige afweging van voordelen en nadelen tenslotte prioriteit geeft aan een bepaald werk, dan is het mogelijk dat van de kant van het ministerie van binnenlandse zaken wordt gezegd: Wij vinden dit werk niet van zo groot belang; wij geven het niet die priori teit gezien in het nationaal geheel en laten het vallen. Het is zelfs mogelijk dat dit ministerie zegt: Wij achten het plan dat u een lagere prioriteit heeft gegeven van meer belang en daarvoor kunt u wel een lening krijgen. Spreker weet niet of het in deze richting zal gaan, maar gezien de bijzondere grote hartstocht waarmede de ministe ries in Den Haag zich met allerlei details van het gemeentebestuur bemoeien, is het niet denkbeeldig, dat men op dit gebied ook nog zal trachten de gemeenten aan banden te leggen. Te hopen zij, dat dit niet gebeurt, dat men in Den Haag de gemeenten het geld volgens objectieve maatstaven zal toeschuiven en dat de gemeenten zelve zullen kunnen beoordelen, wat zij - 190 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 191