20 december 1965. de leningsconcentratie. Zij is het er overigens mede eens, dat er tijdelijk sprake is van enige remming, doordat men met een extra schakel heeft te maken. De VOORZITTER merkt op dat door het college niet is gezegd: Deze maatregel achten wij onjuist. Het college heeft slechts geconstateerd, dat de gemeente nu is aangewezen op de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, waardoor men te maken krijgt met enige tussenstadia, hetgeen de zaak moei lijker maakt. Spreker heeft echter de waarschuwende vinger opgestoken in deze zin: Laat de centrale overheid deze in feite technische aangelegen heid - het verdelen van de beschikbare hoeveelheid kapitaalmiddelen over de diverse gemeenten is namelijk een zaak van techniek-- niet gebruiken om nog een ander doel na te streven, namelijk het zich ben oeien met de vraag welke werken van de gemeente de grootste urgentie hebben laat men vol gens bepaalde normen aan Soest een zekere hoeveelheid kapitaal verstrekken en het dan aan de gemeente overlaten wat zij daarmede doet. Voor de maat regel op zichzelf heeft het college evenwel alle begrip. Men raakte namelijk langzamerhand geheel vast op de kapitaalmarkt. Voor het feit dat de regering in deze crisissituatie heeft ingegrepen, heeft het college alle begrip. Het staat dus niet negatief, maar vol begrip tegenover deze rege ringsmaatregel De algemene beschouwingen worden gesloten. Hierna schorst de VOORZITTER, te 12.45 uur de vergadering tot 14.00 uur. De VOORZITTER heropent, te 14.00 uur, de vergadering. Aan de orde is de behandeling van de begrotingen van de bedrij ven en instellingen. Al deze begrotingen worden, voor zover hieronder niet afzonder lijk vermeld, zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Openbaar slachthuis. Mevrouw POLET-Musier meent dat het wellicht aanbeveling verdient, dat men zich op een dinsdagavond-bijeenkomst eens bezighoudt met de ont wikkeling van het slachthuiswezen, omdat er sprake is van nogal ingrijpen de wijzigingen, die voor alle raadsleden interessant zijn. De VOORZITTER merkt op dat wat vandaag over de ontwikkeling van het slachthuiswezen kan worden gezegd voornamelijk ligt in de sfeer van: Wij weten het nog niet. Men zou vooralsnog slechts kunnen spreken over pun ten waarover de discussies nog gaande zijn. Spreker kan zich echter voor stellen, dat er over een halfjaar terzake wat meer klaarheid zal zijn. Er zijn wat het slachthuiswezen betreft op het ogenblik diverse zaken in be weging. Dit betreft o.a. de kwestie van de invoerkeurlonen en de kwestie van een grotere concentratie van de slachthuizen. Over deze beide kwesties valt op het ogenblik niet meer te zeggen dan dat er problemen zijn en dat men hiermede bezig is. Daarom lijkt het spreker beter, met een bespreking van deze zaken op een dinsdagavond even te wachten totdat er wat meet" te kening in de ontwikkeling zal zijn gekomen. Mevrouw POLET-Musier zegt zich hiermede te kunnen verenigen. Zij heeft gehoord, dat er in verband met EEG-maatregelen bepaalde eisen worden gesteld. Het lijkt haar interessant, hieromtrent goed te worden ge- informeerd, doch dit mag wat haar betreft ook over een half jaar gebeuren. De heer ORANJE merkt op dat de slachthuiscommissie niet verder is gegaan dan de vraag: Wil het college materiaal verzamelen. Aan de hand van dat materiaal zou dan te gelegener tijd een discussie kunnen plaats hebben. De VOORZITTER zegt dat het college bezig is met het verzamelen van materiaal, doch dat er eigenlijk nog weinig te verzamelen valt. Ver schillende zaken moeten nog worden uitgekristalliseerd. Er bestaan wat - 205 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 206