17 februari 1965. De heer GRIFT hoopt dat de mededelingen van de wethouder in de pers komen. Degenen die weigerachtig blijven, worden dan nogmaals gewaar schuwd. Wanneer de bijdrage de financiële draagkracht van bepaalde mensen te boven gaat, dan kunnen die dus bij de gemeente terecht voor het tref fen van een regeling. De wethouder HILHORST: Inderdaad. 30(7) Voorstel tot het verlenen van een extra krediet voor de viering van Koninginnedag en de Bevrijdingsdag 1965. De VOORZITTER deelt mede dat de financiële commissie met dit voorstel akkoord gaat, terwijl van de onderwijscommissie het volgende ad vies is ingekomen: "De onderwijscommissie acht het gewenst dat in de bijeenkomst, welke op 4 mei a.s. in de Julianakerk zal worden gehouden, slechts 1 spreker het woord zal voeren. Is het echter de be doeling dat meerdere sprekers het woord zullen voeren, dan ware het aantal sprekers op 3 te bepalen en wel zodanig dat van iedere richting 1 spreker wordt gekozen. "Een lid van de onderwijscommissie is tegen het geven van een subsidie aan de chr. Oranjevereniging. Het betreft hier een herdenkingsfeest van de bevrijding van het gehele Nederlandse volk. In dit feest dient ook deze eenheid van het Nederlandse volk tot uitdrukking te worden gebracht." Wat het eerste betreft, deelt spreker mede dat het inderdaad de bedoeling is, dat slechts één spreker op de betrokken bijeenkomst het woord zal voeren. Naar aanleiding van de opmerking van één lid van de onderwijscom missie heeft het college besloten, de raad voor te stellen de subsidie voor Soest in haar geheel te geven aan het Oranje Comité. Dat is immers het over koepeld orgaan met betrekking tot al hetgeen er op Koninginnedag en de Be vrijdingsdag zal worden gedaan. Het Oranje Comité moet deze subsidie dan verder doorschuiven naar de verschillende comité's, afdelingen enz., die bepaalde onderdelen van de viering verzorgen. De heer WESTRA merkt op het betrokken ene lid van de onderwijs commissie te zijn. Hij is er zeer erkentelijk voor, dat het college zijn suggestie heeft overgenomen. Het voorstel wordt, met inachtneming van het door de voorzitter gesprokene, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 31(8) Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de woningen Bakkersweg 9 en Nieuw- straat 8. De heer HOM vindt de termijn van zes maanden wel bijzonder kort om de woningen ontruimd te krijgen. De VOORZITTER deelt mede, dat de eerste ontruimingstermijn op grond van de wet op zes maanden moet worden gesteld. Na zes maanden kan de termijn dan met een jaar worden verlengd. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 32(9) Voorstel tot wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1964. De heer DE BRUIN zegt dat men om enig inzicht in deze begrotingswijzigin gen te krijgen de primitieve begroting voor 1964 ter hand moet nemen. Het is hem opgevallen, dat volgnummer 676B (subsidie voor het volgen van een vormingscursus van het Centrum Kontakt der Kontinenten te Soesterberg) in de begroting voor 1964 is ingevoegd, terwijl in de aanbie dingsbrief bij de begroting voor 1965 deze subsidie wordt vermeld als een nieuwe post. Nu wordt deze subsidiepost automatisch ingelast in de begro ting voor 1964. De heer ORANJE: Een ondergeschoven kindje! De VOORZITTER merkt op dat het verzoek om deze subsidie pas in de loop van 1964 is ingekomen. - 33 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 34