17 februari 1965.
De wethouder DE HAAN merkt op dat deze kosten gering zullen zijn.
Het betreft hier dagelijkse reparaties en het onderhoud van de gravellaag.
Op grond van elders opgedane ervaringen is voor dit onderhoud een bepaald
bedrag geraamd. Daarin is een ruime post vervat voor algemene kosten voor
loon e.d. Het laat zich aanzien, dat ten gevolge van een ruime keuze van
sollicitanten de kosten lager zullen zijn dan geraamd. Het ziet er n.1. naar
uit dat men iemand zal kunnen aantrekken, die niet uit zijn andere werkzaam
heden behoeft te blijven. Verder wil spreker hierop niet ingaan, omdat de
zaak nog niet is besproken met de tennisclub, die in dezen een belangrijke
vinger in de pap dient te hebben in verband met voor deze club te verrichten
werkzaamheden
Het genoemde bedrag is het maximale bedrag, dat gemoeid is met al
hetgeen mogelijkerwijze nodig is voor een goede exploitatie en een goed on
derhoud van het tennispark.
Het voorstel wordtmet inachtneming van de door wethouder De
Haan gegeven toelichting, zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
46(23) Voorstel tot verkoop van grond gelegen:
a. nabij de Van Weerden Poelmanweg aan mevrouw A.A. van Essen;
b. nabij de Laanstraat hoek Weteringpad aan N.V. Nesolas.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
47(24) Voorstel tot ruiling van gronden gelegen aan de Larixlaan en de Foekenlaan
met R. Starkenburg.
De heer ORANJE heeft de indruk dat deze kwestie - waarschijnlijk
ten gevolge van gebrek aan bekendheid met de voorgeschiedenis met betrekking
tot dit perceel - in de grondcommissie niet voldoende uit de verf is gekomen.
Heeft hij het goed, dan wordt het betrokken terrein nu al door de heer Star-
kenburg - zij het onrechtmatig - geoccupeerd. Hij geloofd dat het hetzelfde
terrein betreft als het terrein dat de eerste eigenaar van de bungalow was
toegewezen voor de periode dat hij in het huis zou wonen, onder het beding
dat wanneer hij het huis zou verlaten, ook het terrein zou worden verlaten.
Spreker meent - hier is hij echter niet geheel zeker van -, dat
de oorzaak van deze regeling was gelegen in het feit, dat het betrokken
terrein behoort tot het natuurreservaat. Nu gaat men aan de nieuwe eigenaar
toch dit gedeelte natuurreservaat verkopen.
Het terrein heeft een zodanige grootte, dat het niet onmogelijk
is, dat bij de huidige of een volgende eigenaar de wens opkomt op dit ter
rein te bouwen. Dat zou toch bepaald in strijd zijn met de bestemming "natuur
reservaat". Wanneer dit terrein ooit bouwgrond zou kunnen worden, dan lijkt
de prijs daarvoor wel zeer laag.
Blijkens de tekening blijft er nog een klein driehoekje over, aan
sluitend op hetgeen de gemeente krijgt. Het komt spreker voor, dat ook dit
stukje aan de gemeente moet worden overgedragen.
Is het voorts niet wenselijk de bepaling op te nemen, dat op de
betrokken grond nooit en te nimmer mag worden gebouwd?
Mevrouw MUURLING-Voorthuis herinnert eraan deze zaak jaren gele
den al in de grondcommissie te hebben aangesneden. Het was n.1. ook haar
bekend, dat wanneer de bungalow in andere handen zou overgaan, het betrok
ken terrein niet meer door de bewoner zou mogen worden gebruikt. Op grond
daarvan heeft zij gevraagd: Waarom kan de heer Starkenburg deze grond zo
maar van de gemeente pachten, terwijl men dergelijke terreinen goed kan ge
bruiken voor bungalowbouw? Het stuk dat de heer Starkenburg niet rechtens in
gebruik heeft, is n.1. voldoende voor een bungalowtje.
De wethouder HILHORST merkt op dat op het betrokken terrein de
bestemming "natuurreservaat" ligt. Op deze grond mag dus nooit worden ge
bouwd. De onderhavige ruiling wordt voorgesteld, omdat de gemeente daardoor
een extra stuk bouwterrein kan krijgen.
- 41 -