17 februari 1965.
Ik heb dit werk steeds met veel plezier gedaan. Het leven werkt
dan als een boemerang: de vreugde waarmede je het offer brengt, komt weer
terug. Ik heb de afgelopen tien jaar zo ontzettend veel vreugde en ple
zier teruggekaatst gekregen, dat ik de herinnering aan deze jaren niet
graag zou missen. Ik ben daar heel erg rijk mee!
Als voorbeeld van een dergelijke vreugde, zou ik u het kleine
gedichtje willen voorlezen, dat gevoegd was bij de bloemengroetdie hier
voor mij is geplaatst. Het gedichtje heet: "Ten afscheid" en luidt:
'Afscheid nemen is een zaak die men meestal niet verwacht.
Daarom komt zij onverwacht.
Vele jaren heeft u onze raad gediend.
U was iedereen steeds tot een vriend.
Eens per jaar speelde u voor StNicolaas;
Dat stond buiten de gemeenteraad.
Als waardering voor de vriendschap ons betoond,
willen wij ten afscheid u gedenken
door u hierbij van ons tweeën een bloemetje te schenken."
Wanneer ik u nu vertel, dat dit afkomstig is van de heren Posthumus en Van
Velzen, dan zult u begrijpen wat ik bedoel met die leuke, kléine, vreugde
volle belevenissen in het leven, die het gevolg zijn van het werk, dat ik
de afgelopen jaren heb mogen verrichten.
Ik wil hiermede maar zeggen: het afscheid valt mij helemaal niet
zwaar, want ik ben een heel rijke vrouw.
Ik dank u allen, dames en heren van de raad, voor de prettige
verstandhouding, vriendschap en gezelligheid, die wij met elkaar hebben mo
gen beleven.
Hierna sluit de VOORZITTER, te 21.40 uur, de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 9 juni 1965.
De secretaris
De voorzitter
- 44 -