28 april 1965.
De heer ORANJE merkt op dat een rechtspersoon geen stemgeluid
kan voortbrengen. Dat geluid moet toch altijd worden voortgebracht
door menselijke personen, die die rechtspersoon beheren.
Het college staat voor de mogelijkheid, dat het vandaag of
morgen vergaande maatregelen ten opzichte van dit bedrijf moet nemen.
Zit daar niet een zekere inconsequentie in, in de geest van: laat de
ene hand niet weten wat de andere doet?
De VOORZITTER; Ik geloof dat het gemeentebestuur daardoor al
leen maar sterker staat. Doordat het gemeentebestuur blijk geeft uit
sluitend op zakelijke gronden te handelen - zodat het aan het ene
geval medewerkt -, kan het met te meer reden en gezag verstrekkende
maatregelen treffen op een ander gebied.
De heer ORANJE: Wanneer u die kracht uit deze maatregel kunt
putten, dan wil ik u gaarne steunen.
De heer WESTRA merkt op dat de grond in de naaste omgeving van
dit bedrijf is bestemd voor woningbouw. Er worden althans in de naas
te omgeving van het bedrijf twaalf woningen gebouwd. Naar sprekers
gevoel behoort deze chemische industrie in deze omgeving niet thuis.
Kan van gemeentewege niet worden bevorderd, dat deze industrie verhuist
naar het industrieterrein, b.v. via een ruiling? Is er iets gebeurd
om het bedrijf hier vandaan te krijgen? De gemeente koopt toch ook in
b.v. het Soesterveen landerijen aan tegen een hoger bedrag dan de ge
bruikswaarde van die bedrijven. Is het op een dergelijke wijze niet
mogelijk deze industrie te verplaatsen?
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL neemt aan dat het college
zal nagaan, op welke wijze dit bedrijf de afvalstoffen zal verwerken
in de tijd, dat het niet op de riolering is aangesloten. Uit hygiënische
overwegingen interesseert dit punt hem zeer.
De VOORZITTER beantwoordt de vraag van de heer Berkelbach van
der Sprenkel bevestigend. Deze zaak zal zeer nauwlettend in het oog
worden gehouden. De door de gemeente genomen maatregel is ingrijpend
want die zou wel eens neer kunnen komen op stopzetting van het be
drijf
Als antwoord aan de heer Westra deelt spreker mede, dat toen
dit bedrijf zich hier vestigde, burgemeester en wethouders reeds voor
zagen dat daaruit moeilijkheden zouden voortvloeien. Het bedrijf heeft
de grond gekocht buiten medeweten van en zonder overleg te plegen met
het college. In de eerste contacten met het bedrijf heeft het college
reeds zijn ernstige bezorgdheid uitgesproken. Het bedrijf is in over
weging gegeven naar het industrieterrein te gaan. Spreker meent dat daar
bij is aangeboden, dat de gemeente dan het onderhavige terrein zou
overnemen tegen dezelfde prijs als waarvoor het bedrijf het had gekocht.
De heren wensten dit echter niet. Sindsdien hebben zij ter plaatse
enorm veel geïnvesteerd. Daardoor is verhuizing nu veel en veel moei
lijker en veel en veel kostbaarder. Maar vanaf het eerste begin heeft
het college dit bedrijf voor moeilijkheden gewaarschuwd en gewezen op
het industrieterrein.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen,
b. Het oprichten van een drukkerij op het perceel Generaal Winkelmanstraat
97 door B.C. Littooy te Soesterberg.
83(7) Voorstel tot wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1964.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
84(8) Voorstel betreffende de jaarwedderegeling van de wethouders.
De heer DE BRUIN merkt op dat diverse gemeenten in den lande
reeds zijn overgegaan tot afscheiding van de presentiegelden voor de wet
houders voor het bijwonen van commissievergaderingen.
- 66 -