28 april 1965.
Hij wenst met deze vennootschap niet te onderhandelen. Op
grond daarvan zal hij tegen dit voorstel stemmen.
De wethouder HILHORST moet de heer Westra toegeven, dat men
uit de redactie van het ontwerp-besluit de indruk krijgt, dat het een
maagdelijk terrein betreft. Waardoor een en ander zo gelopen is, is
de raad volledig bekend. De betrokken grond zat niet in het plan Eng I,
doch in het plan Eng II. Daardoor moest voor de bouw de procedure ex
art. 20 van de Wederopbouwwet worden gevolgd. Intussen is het plan Eng
II goedgekeurd. Daardoor is deze situatie ontstaan. Het plan voor de
bouw op zichzelf is indertijd volledig door de raad goedgekeurd. Maar
nu pas kan de overdracht van de grond plaatsvinden.
Het verwondert spreker dat de heer De Bruin zich tegen dit
voorstel verklaart, want tot de bouw van deze flat is met zijn in
stemming besloten.
De heer DE BRUIN: Weet u dat zo goed?
De wethouder HILHORST: Ja, heel goedf
De heer WESTRA begrijpt nu ook, waarom de rente wordt bere
kend vanaf 1 januari 1963. Is er geen reden de interest van 5 ten hon
derd 's jaars samengesteld te maken?
De wethouder HILHORST weet niet precies hoe deze rentebere
kening is opgezet. Hij kan echter de verzekering geven, dat steeds
zeer nauwgezet wordt getracht eruit te halen wat erin zit.
De VOORZITTER wijst er nog 9p, dat de overdracht van de grond
uitsluitend is vertraagd door stedebouwkundige moeilijkheden.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen,
waarbij wordt aangetekend dat de heer De Bruin geacht wenst te worden
tegen te hebben gestemd.
88(12) Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 50
van de Kleuteronderwijswet aan het bestuur van de O.L. Vrouwe Stichting
te Amersfoort, voor het wijzigen van de verwarmingsinstallatie in de
r.k. kleuterschool aan de Mariastraat te Soestdijk.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
89(13) Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor het verlengen
van de parkeerstrook langs de Meidoornweg.
De heer Oranje herinnert eraan in een vorige vergadering te
hebben gevraagd, of niet op enigerlei wijze een retributie kan worden
geheven voor het gebruik van parkeerhavens.
De gemeente investeert hiervoor grote bedragen, terwijl de
parkeerhavens veeal worden gebruikt als openluchtgarage. Heeft het col
lege aan dit punt nog aandacht besteed?
De VOORZITTER merkt op dat voor hetgeen de heer Oranje voor
ogen staat, parkeermeters geen uitkomst bieden. Daarin moet n.1. om de
twee uur een munt worden gegooid, terwijl de heer Oranje het oog heeft
op de langparkeerdersHet verhuren van parkeerruimte uitsluitend aan
één bepaalde persoon biedt ook geen oplossing. Dan blijft de betrokken
parkeerplaats n.1. ongebruikt, wanneer de auto van de betrokkene er
niet staat. Het parkeerprobleem zou daardoor alleen maar groter worden.
Het is spreker niet bekend, dat men in andere gemeenten ooit uit dit
probleem is gekomen.
De heer ORANJE: Ik zou mij niet generen om het initiatief
te nemen.
De VOORZITTER: Neen, maar dan moet men toch een oplossing
hebben
De heer ORANJE: Wanneer je niet zoekt naar een oplossing, vind
je die nooit.
De VOORZITTER: Wethouder Van den Arend fluistert mij in, dat
dit iets is voor de ideeënbus. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.