15 juni 1966.
alles heeft kunnen afwerken. Maar de tijd draait door en het is nu zover,
dat de onderhavige maatregel moet worden genomen. Alle betrokkenen hebben
indertijd bericht gehad. Dat was een zodanig bericht, dat mocht worden
verwacht dat er een bezoek zou volgen van de kant van de gemeente. Op een
enkele uitzondering na is dat in alle gevallen gebeurd. Degenen die geen
bezoek hebben gekregen, hebben zich daaraan terecht gestoten en zij heb
ben zich vervolgens tot de raad gewend. Spreker neemt aan dat de door de
voorzitter bedoelde brief een en ander volledig zal rechtzetten. Men kan
ervan verzekerd zijn, dat de betrokkenen zo spoedig mogelijk na ontvangst
van die brief zullen worden bezocht.
In wezen zegt het onderhavige besluit nog niet zoveel. Spreker neemt aan
dat de wijze van publiceren de betrokkenen meer pijn heeft gedaan dan de
wijze waarop de zaak aanhangig is gemaakt.
De heer DE BRUIN zegt dat ook hem, evenals de heer Hom, verschil
lende klachten hebben bereiktSpreker zal graag vernemen of de betrokke
nen van gemeentewege- een bericht hebben ontvangen, voordat ten aanzien
van deze onteigening perspublicaties zijn verschenen.
De wethouder DE HAAN: In 1964, met een kaartje
De wethouder HILHORST: Het is mogelijk dat zij het hebben ver
geten
De heer VAN POPPELENAls zij twee jaar geleden bericht hebben
ontvangen, dan vind ik de termijn wel een beetje lang. Over deze zaak is
gisteravond in onze fractie gesproken. Naar aanleiding daarvan heb ik een
van de betrokkenen bezocht. Die ontkende ten stelligste ooit een schrijven
van de gemeente over het afstaan van zijn grond te hebben ontvangen. Vol
gens hem waren er wel mensen van de gemeente geweest die in de achtertuin
metingen hebben verricht, doch verder was hij nooit benaderd. Daarom was
hij een beetje gepikeerd in verband met de desbetreffende perspublicaties.
De wethouder HILHORST: Ik wil het publiek echt niet onaangenaam
zijn, maar men zou toch veronderstellen, dat wie een schrijven ontvangt,
enige reactie daarop laat blijken aan de afzender.
De heer VAN POPPELEN: Zij zeggen dat zij het niet hebben gehad
De wethouder HILHORST: Dat kunnen zij wel zeggen, maar dan zijn
zij het vergeten. U heeft gemerkt dat alle betrokkenen bekend zijn en zij
hebben destijds allemaal een schrijven gekregen waarin stond dat dit zou
gaan gebeuren.
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL vraagt of aanschrijvingen
als door wethouder Hilhorst bedoeld als aangetekend stuk worden verzonden.
Zo neen, zou het dan niet wenselijk zijn om ze in het vervolg wel per
aangetekende post te zenden
De wethouder HILHORST: Ik geloof niet dat de aanschrijvingen
per aangetekende post zijn verstuurd maar ik meen dat het inderdaad ver
standig zou zijn het wel per aangetekende post te doen, want dan kan men
tenminste niet beweren de brief niet te hebben ontvangen.
De heer DE BRUIN: Wat staat er in zo'n brief
De wethouder HILHORST: Dat zij kunnen verwachten dat hun grond
een andere bestemming zal krijgen en in verband daarmede door de gemeente
zal worden aangekocht. Daar wordt dan een kaartje bijgevoegd, zodat zij
precies de grenzen kennen van het gedeelte dat een andere bestemming zal
krijgen.
De heer DE BRUIN: En verder doet de gemeente niets?
De wethouder HILHORST: En verder gaat de gemeente alle betrokke
nen bezoeken en tracht zij alle betrokken gronden in haar bezit te krij
gen, Ik geloof dat in iedere raadsvergadering wel een dergelijke zaak aan
de orde komt en dat het alfabet soms te kort was om de desbetreffende be
sluiten een letter te geven.
124