6 september 1966.
Zij beseffen heel goed, dat is ook uit hun woorden gebleken, dat het uit
oefenen van de wethoudersfunctie er niet eenvoudiger op wordt en dat er in
de komende periode veel van hun werkkracht, hun vernuft en hun inventiviteit
zal worden geëist. Spreker vertrouwt er op dat de samenwerking en de onder
linge steun, wat bij het werken in teamverband een absolute noodzaak is,
zich wederom zullen manifesteren, zoals dat in de afgelopen jaren het geval
is geweest. Hij heet de wethouders van harte welkom in het nieuwe college,
180(3) Verdeling door loting van de raad in twee afdelingen in verband met behande
ling begroting 1967.
De loting heeft op een zodanige wijze plaats, dat de leden der
verschillende fracties zoveel mogelijk over de afdelingen worden verdeeld.
De afdelingen worden als volgt samengesteld:
Eerste afdeling. Voorzitter; de wethouder Hilhorst. Leden: de
heren Berkelbach van der Sprenkel, Elbertse, Grift, Oldenboom, mevrouw
Oranje-Entinkde heer van Poppelen, mevrouw Polet-Muslerde heer Stam,
mevrouw Walter-van der Togt en de heer Westra.
Tweede afdeling. Voorzitter: de wethouder van den Arend, Leden:
de heren van den Berg, de Bruin, Dijkstra, Ebbers, de Groot, Hom, Korte,
Pieren, Veldhuijsen en Verheus.
De VOORZITTER schorst de vergadering, opdat het college zich even
kan beraden over de volgende agendapunten. Intussen zullen de pre-adviezen
hierover worden uitgereikt.
De VOORZITTER heropent de vergadering en stelt aan de orde:
181(4) Voorstel tot het benoemen van leden der onderscheidene raadscommissies.
De heer DE BRUIN zegt dat hij als fractievoorzitter van burgemees
ter en wethouders op 2 augustus een brief heeft ontvangen met een aanhang
sel inzake de samenstelling van de raadscommissies. Daarin staat: "Alvorens
tot het opmaken van de voordrachten over te kunnen gaan, vernemen wij
gaarne of u zich met de samenstelling van deze commissies, voor zover
daarin leden van uw fractie zijn opgenomen, kunt verenigen. Uw antwoord
zien wij gaarne vóór 16 augustus a.s. tegemoet".
S ireker heeft op deze brief geantwoord. Hij heeft namens zijn frac
tie voorstellen gedaan ten aanzien van de bezetting van de raadscommissies,
waarbij uiteraard rekening is gehouden met de beschikbare tijd van de fractie
genoten. Op de desbetreffende brief van 13 augustus is niet alleen niet ge
reageerd, maar ook zijn advies is grotendeels genegeerd.
Daarover is spreker zeer ontevreden.
De VOORZITTER zegt dat de brief van 2 augustus van het college
een suggestie was met de bedoeling dat de fracties er commentaar op zouden
geven. Blijkbaar heeft de heer de Bruin dat ook gedaan, maar de brief is
niet op het stadhuis ontvangen. Er kon dus geen rekening mee wohden gehou
den.
De heer DE BRUIN: Als ik hier persoonlijk een brief in de bus doe,
raakt hij dus zoekt?
De VOORZITTER: Blijkbaar.
De heer DE BRUIN: Dan mag u de zaak wel reorganiseren,'
De VOORZITTER: Hebt u ten aanzien van de agrarische commissie in
die brief een voorstel gedaan?
De heer DE BRUIN: Voor de agrarische commissie hebben wij de heer
Westra candidaat gesteld, omdat in het oorspronkelijke voorstel de fractie
van de V.V.D. in die commissie niet was vertegenwoordigd.
De VOORZITTER: De agrarische commissie bestaat uit drie leden,
dus daarin kunnen onmogelijk alle fracties vertegenwoordigd zijn. Maar als
ik het goed begrijp wilt u in plaats van een van de andere leden de heer
Westra candidaat stellen.
De heer DE BRUIN: Zijn er overwegende bezwaren tegen, dat de agra-
- 176 -