15 december 1966.
een jaar te verwerken. Dat kan het gemeentelijk apparaat niet. Daar is het
niet op ingesteld. Dat moet zoveel mogelijk regelmatig doorgaan. Het rode
potlood is bij het vaststellen van die begroting eigenlijk helemaal niet ge
bruikt. Door te veel op de begroting te zetten zou de gewone dienst door de
druk van ruimte en afschrijving in de knel zijn gekomen. Er bleek echter
een evenwicht te bestaan. Het aantal werken dat nu op de begroting staat,
is het aantal werken dat in Soest in één jaar kan worden verwerkt. Maar er
is een jaar achterstand. En als in 1967 weer een investeringsbeperking van
kracht is, komt Soest nog meer achter. En die achterstand kan pas heel ge
leidelijk worden ingehaald, omdat het onmogelijk is het gemeentelijk appa
raat ineens te verdubbelen. Het inhalen van de achterstand, ontstaan door
vijf oorlogsjaren, heeft een hele tijd geduurd. En helaas onstaat er nu
weer een achterstand.
Met betrekking tot de voorlichting zegt spreker dat er zich gezien
er nog geen zekerheid bestaat over de uitspraak van de Kroon, een grote moei
lijkheid voordoet. Wanneer er voorgelicht wordt, moet dat gebeuren door mid
del van een duidelijke voorstelling van zaken. Doordat de Kroon nog steeds
geen uitspraak heeft gedaan over het plan Eng II - waar eigenlijk de hele
verdere ontwikkeling van Soest aan vastzit - is er nog niets definitiefs te
zeggen Het college werkt wel door, omdat het nu eenmaal door moet werken,
alsof de zienswijze van het gemeentebestuur door de Kroon zal worden over
genomen. Maar mocht dat niet zo zijn, dan moet alles worden veranderd. En om
op dat moment een niet veel grotere verwarring te krijgen en om op het ogen
blik geen mogelijk niet te realiseren verwachtingen te verwekken, is het
gemeentebestuur noodgedwongen terughoudend met het geven van voorlichting.
Die voorlichting zal beperkt en voorwaardelijk moeten zijn en dat wordt niet
altijd begrepen. Daardoor zal ongewild een onjuiste voorlichting worden ge
geven. Zo gauw de Kroon een uitspraak heeft gedaan over het plan Eng II,
wordt de hele situatie veel duidelijker.
Spreker meent dat in Soest altijd ieder dubbeltje is omgekeerd
voor het is uitgegeven. Er is toch wel een heel erg financieel beleid ge
voerd. Er is geprobeerd om goed van elkander te scheiden wat essentieel van
belang is voor de gemeente en wat misschien nog wel even zou kunnen worden
uitgesteld. Er is bepaald nooit geld beschikbaar gesteld voor franje en ver
sieringen. Misschien is het daar ook wel aan te danken dat, in tegenstelling
tot heel veel andere gemeenten, Soest nog financieel gezond is en daardoor
een grotere zelfstandigheid heeft als raad dan vele andere gemeenten die in
een dwangpositie zijn gekomen.
Het college is van mening, dat in een groeiend Soest ook plaats
moet zijn voor het aankopen van uitingen van cultuur. Kunstvormen op openbare
plaatsen gezet, zullen de mensen aanspreken. Daar is erg veel geld mee gemoeid
Het college is derhalve heel voorzichtig. Tot nu toe is zelfs nooit een kunst
werk gekocht, maar er is al jarenlang erg zuinigjes gespaard. Nu de gemeente
zoveel sneller groeit en er meer plaatsen zijn waar kunstuitingen kunnen
worden geplaatst en bovendien de prijzen ook weer verhoogd zijn, heeft het
college gemeend dat een verdubbeling van het op de begroting geplaatste be
drag voor een gemeente als Soest helemaal gerechtvaardigd is.
De heer de Groot heeft in verband met de woningnood gesuggereerd
te komen tot de bouw van noodwoningen. Een practisch bezwaar daartegen is,
dat wanneer men thans met de bouw van noodwoningen zou beginnen, die toch
niet eerder klaar zouden zijn dan de woningen in het Soesterveen. Daar
komt echter bij, dat de regering niet wenst, dat er noodwoningen worden ge
bouwd. In gebieden met zeer grote oorlogsschade heeft men vlak na de oorlog
noodwoningen gesticht. Daarna zijn er geen noodwoningen meer gebouwd. De
regering zegt: Alle voor de woningbouw beschikbare kapitalen en bouwcapaci
teit moeten worden gebruikt om definitieve woningen te stichten. De regering
stelt zelfs de eisen ten aanzien van de woningen steeds hoger. Ten aanzien
- 237 -
1
yr
iden
j-
om-
ol-
ente-
raad
,an
ich-
•ng-
een
il
van
BYl
r-
nu
ge-
wo-
me-
Soester-
eer
een
ning
'o-
ng
emand
>re
ïef t
1 ver-
yste-
y
i heel
sn.
ter-
be-
orden,
egro-
d:
naf-
ge-
enmaal
n