15 december 1966. land lichte vorst zou kunnen optreden. Misschien heeft een en ander tot gevolg gehad, dat men ditmaal niet voldoende aandacht heeft geschonken aan de weersgesteldheid. Spreker geeft de heer de Groot echter de verzekering, dat diens vraag met betrekking tot de gladheidsbestrijding als overbodig kan worden beschouwd. In houten woningen kunnen de ratten heel snel een gaatje boren.' Spreker is geen voorstander van deze woningen. Daarover is in eerste instan tie overigens al het nodige gezegd. De heer de Groot heeft voorts naarstig gezocht naar landwegen, die in een slechte conditie verkeren. Hij heeft daarbij de Wieksloterweg genoemd. Spreker neemt aan dat de heer de Groot daarbij doelde op de Wiek sloterweg O.Z. De heer DE GROOT: Niet uitsluitend. De wethouder HILHORST kan zich niet voorstellen dat de heer de Groot heeft gedoeld op de Wieksloterweg W.Z. Die is van de zomer volledig geasfalteerd. Die weg moet worden verbreed, maar daarvoor zijn de middelen nog niet aanwezig. Deze weg verkeert echter zeer beslist niet in een staat van verwaarlozing. Met betrekking tot de Wieksloterweg O.Z. heeft spreker enkele vergaderingen geleden de toezeg ging gedaan, dat in een volgende vergadering een voorstel inzake de grondruiling zal worden gedaan. Helaas is dat niet gelukt. Men is het wel eens over de voorwaarden. Er blijken echter minderjarigen te zijn, die onder voogdij staan. Daardoor moet aan een en ander de rechter te pas komen. Dat heeft tot gevolg, dat de grondruiling - hoewel men het daarover eens is - nog even moet wachten. Zodra mogelijk, zullen de desbetreffende werkzaamheden worden uitgevoerd. Daarvoor staat ook een bedrag op de be groting uitgetrokken. Eigenlijk vooruitlopende op het betrokken raadsbe sluit, is men reeds begonnen het Heeserlaantje tot aan de Wieksloot te verbeteren. Met betrekking tot de rattenbestrijding heeft de heer de Groot gesuggereerd "rattenvangers" in te schakelen. Daartoe is reeds een poging ondernomen. Het is echt niet zo, dat het college het grote gevaar van de aanwezigheid van ratten niet zou inzien. De ratten zijn zelfs in de hallen van de flats aangetroffen. Men zou dan veronderstellen, dat de mensen het belang van de rattenbestrijding inzien. Dat valt echter bijzonder tegen. Men heeft van de bewoners van de flats in Soesterberg geen toestemming ge kregen om in verband met de rattenbestrijding van de boxen gebruik te maken. Langs vrijwillige weg bereikt men in dit opzicht niets. Net zomin als men langs vrijwillige weg bereikt, dat het publiek orde en netheid betracht. Ook in dat opzicht wordt getracht te bereiken, dat de mensen de gemeente zo rein mogelijk houden. Hoe meer daarover wordt gesproken en geschreven, hoe meer vuil er in de gemeente clandestien wordt gestort. En ook dat is een ramp met het oog op de rattenbestrijding. Het enige dat men nog zou kun nen doen, is een stel ambtenaren aanstellen, die onmiddellijk proces-verbaal opmaken bij iedere handeling die het rattengevaar vergroot. Maar ja, dat kost ambtenaren en daar is de heer de Groot ook niet voor.' De wethouder DE HAAN zegt dat men met betrekking tot de Dalweg inderdaad met een dubbele bottleneck zit: de bibliotheek en de verplaatsing van de betrokken gezinnen. Het meer definitieve schetsplan voor de nieuwe bibliotheek komt deze dagen gereed. De heer Berkelbach van der Sprenkel heeft terecht opgemerkt, dat spreker al eerder heeft gezegd, dat het college denkt aan het instellen van een commissie voor de volksgezondheid. Daarover heeft een gesprek met de provinciale raad voor de volksgezondheid plaatsgevonden. Van die zijde werd gezegd: Wacht nu even, want wij zijn bezig met een aantal onderzoeken en het opstellen van richtlijnen; misschien kunt u die als basis voor uw com missie gebruikgn^ anders moet u al het pionierswerk zelf doen. Daar zit na tuurlijk wat in. een dezer dagen verschenen rapport is voor het college

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 248