15 december 1966.
dan er op het ogenblik in Soest wonen, Soesterberg buiten beschouwing ge
laten. De infrastructuur ten behoeve van de leefbaarheid vereist alle priori
teit. De trottoirs in de villawijken kunnen daar op het ogenblik echt wel
aan opgeofferd worden. Ook al uit economische motieven. De infrastructuur
van de nieuwbouw is veel rendabeler, omdat die infrastructuur over een veel
langere periode moet worden afgeschreven dan de infrastructuur van het be
staande Soest. Als men stelt dat het bestaande Soest nog 25 jaar meegaat,
en als de levensduur van een huis op 50 jaar wordt gesteld, dan zal de nieuw
bouw toch in ieder geval in 50 jaar moeten worden afgeschreven. Spreker
heeft sterk de indruk dat, meer nog dan op het ogenblik al wordt gedaan,
aandacht moet worden besteed aan de infrastructuur van de nieuwe wijken.
Hij heeft het gevoel - mogelijk door de complexiteit van de plannen - dat
er eigenlijk in deze infrastructuur aan de leefbaarheid te weinig aandacht
wordt besteed. Er wordt uiteraard, door de noodgedwongen, eerst gedacht aan
het creëren van woonruimte en daarna pas aan de leefbaarheid: hier moet nog
ergens een winkeltje komen, waar weten we nog niet precies, waar moeten de
kinderen spelen - in plan Eng I kan men dat zien, er blijft ergens een
pleintje over en daar worden wat ijzeren buizen neergezet. Spreker meent
dat men moet bedenken, dat dit niet de weg is waar men met het Soesterveen
naar toe moet. Om het concreet te stellen: wanneer men een aantal flats
plant, moet ook aan de omgeving en de leefbaarheid de meeste aandacht wor
den besteed. Deze flats mogen niet los gezien worden van de hele infrastruc
tuur daaromheen. Spreker brengt een en ander dringend onder de aandacht,
gezien hetgeen hij meende te moeten beluisteren uit het betoog van de heer
de Bruin. Ook financieel gezien is er de vraag of daarbij een voorzichtig
beleid moet worden gevoerd, of werken stapsgewijzer moeten worden uitgevoerd
Niet geaarzeld zal moeten worden om, wanner het financieel niet zo aantrek
kelijk is, toch de leefbaarheid te vergroten, omdat de kosten op den duur
worden opgebracht door de bewoners. De lasten zullen tenslotte drukken op
de mensen die aldaar wonen.
Wethouder Hilhorst heeft gezegd dat de aanwezigheid van een weg
over de Eng toch wel een noodzaak is. Spreker heeft beluisterd, dat de
raad op het ogenblik wat anders ziet: een goed doordacht verkeersplan is na
melijk een noodzaak. En mocht daar dan een verkeersweg over de Eng uit voort
vloeien, akkoord. Maar die weg moet niet vooropgesteld worden, want het is
verschrikkelijk moeilijk te beoordelen hoe een verkeersweg moet lopen. Die
verkeersweg over de Eng is in eerste instantie gezien als een doorlopende
weg. Toen dat plan niet doorging, bleef een vierbaansweg - met een maximum
snelheid van 70 km per uur - met stoplichten voor de aan- en afvoer van de
bewoners van de Eng over. Daarmee wordt een principiële fout gemaakt, want
eigenlijk breit men aan een oorspronkelijke conceptie - al of niet goed.
De feiten blijven gehandhaafd, maar worden alleen opnieuw verklaard. In een
televisie-uitzending over verkeersoplossingen heeft men kunnen zien, dat
er geen doorgaande wegen door een woongebied heenliepen.
De VOORZITTER zegt niet de bedoeling te hebben gehad, te zeggen
dat het Soesterveeen in verband met de financiering stapje voor stapje
moest worden uitgevoerd. Bij Soesterveen moet worden uitgegaan van een visie
van het geheel, uit te voeren in verschillende fases. Hij heeft dit gezegd
naar aanleiding van de opmerking van de heer Berkelbach van der Sprenkel,
die zei: Al die prognoses, wat komt er van terecht? Ontwikkeld Soest zich
volgens die prognoses? Daarop heeft spreker gezegd - niet vanwege de finan
ciering, maar vanwege misschien achteraf bijkomende onjuistheden in een
prognose - dat het plan in fases wordt uitgevoerd. Maar al die fases passen
in een visie van het geheel, want anders ontstaat een brokkelig project.
Het had dus niets met de financiering te maken, het was meer het tot ontwik
keling brengen van een bepaald bouwplan. Uitgaande van de kennis op dit mo
ment kan men zeggen, dat het Soesterveen altijd volloopt. Maar zal het over
- 249 -