15 december 1966. Het college schrijft in het schriftelijk antwoord: "Dat er vuil in de aangelegde groenstrokèn terecht komt is geen reden om deze te verwij deren..." In de afdelingsvergadering is echter ook naar voren gebracht, dat de desbetreffende wegen te smal zijn. Hedenochtend heeft wethouder Hilhorst gezegd, dat er ten opzichte van het verkeer nog heel wat moet gebeuren. Dat ligt niet alleen op het gebied van de rijkswegen, maar dat betreft ook de normale straten. Aangezien er veel auto's langs de straten geparkeerd staan, worden de straten in feite te smal. In die smalle stra ten zijn kleine, smalle plantsoenstroken, die veel werk vereisen van de met een gebrek aan personeel kampende plantsoenendienst. Dan is het toch veel beter om deze kleine plantsoenen te vervangen door parkeerhavens. Ja ren geleden is naar aanleiding van een dergelijk verzoek van een aantal bewoners door de toenmalige wethouder medegedeeld, dat een plan zou worden ontwikkeld om de aanleg van parkeerhavens in de gehele gemeente Soest te bekijken. Dat kost natuurlijk geld. Maar uiteindelijk geeft de aanleg van parkeerhavens een besparing in de toekomst. Die smalle plantsoenstro ken van nog geen meter breed liggen er niet zo mooi bij. Iedereen loopt er maar doorheen, het zijn dikwijls kaal getrapte plantsoentjes. Het kost veel geld om ze allemaal op te laten knappen. Een eenmalige uitgave voor het aanleggen van parkeerhavens betekent niet alleen een besparing in de toekomst, maar de wegen worden ook iets breder. Niet alleen bij de woningbouw moet naar doorstroming worden gestreefd. Een doorstroming van het verkeer door de straten is evenzeer gewenst. De wethouder HILHORST zegt dat hetgeen de heer Pieren naar voren heeft gebracht, reeds uitgebreid in de commissie is behandeld. In de toekomst zal de gemeente zoveel mogelijk geen plantsoenstroken meer laten aanleggen. De wegen die inmiddels een verbetering hebben ondergaan, hebben vrijwel geen plantsoenstroken meer. Er zijn echter bepaalde wegen, waar een plantsoenstrook op haar plaats is; de Van Lenneplaan is daar een voorbeeld van. Maar er zijn bepaalde buurten, b.v. de Vogelenbuurtwaar wel plantsoenstroken zijn, die echter volledig kaal zijn. Het college is het derhalve volledig met de suggestie van de heer Pieren eens en een der gelijke wèrkwijze wordt ook reeds volledig in de practijk toegepast. Daar waar mogelijk zullen dus geen plantsoenstroken meer komen. De heer PIEREN: En daar waar ze nog wel aanwezig zijn? De wethouder HILHORST: Rekening houdend met de financiële mogelijkheden, zullen de wegen op de breedte worden gebracht, die in ver band met de uitbreidingsplannen noodzakelijk is. De plantsoenstroken zou men dan automatisch laten vervallen. Maar met betrekking tot de straten waar nog plantsoenstroken aanwezig zijn en nog geen werkzaamheden aan het wegdek behoeven te worden uitgevoerd - herstraten is een kostbare geschie denis - rijst de vraag of men parkeerstroken moet aanleggen of dat men moet overgaan tot een verbreding van de weg of het trottoir, mede in verband met de eventuele aanleg van een fietspad. De heer VAN DEN BERG zegt dat er vanochtend in negatieve zin over de gladheidsbestrijding is gesproken. Het is op zijn plaats ook een ander geluid te laten horen. Hij spreekt zijn waardering uit voor de gladheids bestri jding, zoals die in de afgelopen winter heeft plaatsgevonden. Die waardering geldt zowel het hogere als het lagere personeel, maar in het bijzonder het buitenpersoneelMen mag gerust stellen, dat in de afgelopen winter het buitenpersoneel van gemeentewerken vaak in slechte weersomstan digheden de wegen zo goed mogelijk begaanbaar heeft gemaakt. Door een te kort aan personeel kan het best gebeuren, dat de gladheidsbestrijding een halve dag of een dag later plaatsvindt dan men wenselijk acht. Spreker geeft in overweging bij een tekort aan personeel de gladheidsbestrijding vooral wanneer er sneeuw is gevallen, in bepaalde buurtschappen aan derden uit te besteden. - 257 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 258