15 december 1966. De wethouder HILHORST is blij dat ook de werkelijkheid tot uiting is gekomen. Op het gebied van de gladheidsbestrijding streeft gemeentewerken er naarhiaten zoveel mogelijk te voorkomen. Spreker heeft in het verleden niet de indruk gekregen, dat men het werk niet aan kan. Maar mocht het in de toekomst zo zijn, dat gemeentewerken het werk niet aan kan, dan zhl een deel van het werk inderdaad worden uitbesteed. De heer DE BRUIN: Wat is een tachometer? De VOORZITTER laat het beantwoorden van deze vraag aan de heer Berkelbach van der Sprenkel over. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL zegt dat dit een registrerende snelheidsmeter is. Een tachometer is een klok die én de snelheid én de tijd waarop een bepaald voertuig wordt gebruikt, op een papierstrook registreert. Een dergelijke meter wordt bij de spoorwegen, althans in het buitenland, gebruikt De VOORZITTER: Dank u.' De heer DE BRUIN: Ik ben blij dat ik niet de enige ben die dit niet wist. De begroting van het bedrijf gemeentewerken wordt zonder hoofde lijke stemming vastgesteld. Grondbedrijf De heer ELBERTSE zegt dat in de nota van aanbieding van burgemees ter en wethouders de bedragen vermeld staan, die door het ministerie van volkshuisvesting en wederopbouw zijn goedgekeurd als grondprijzen voor de woningwetbouw. Hieruit blijkt dat de grondprijs voor een eengezinswoning 5.250,-- bedraagt. Dat lijkt heel wat, maar Soest bouwt in de woningwet sector geen eengezinswoningen. Met die cijfers kan men in Soest dus niet rekenen. Spreker meent dat ongeveer 5.000,aan grondkosten nodig is om een woningwetwoning met een sluitende exploitatie te kunnen bouwen. Uit de nota van aanbieding blijkt dat voor etagebouw in de woningwetsector aan grondkosten 4.000,door het rijk wordt vergoed. Hierdoor ontstaat een tekort van 1.000,per woning. Bij de bouw van 850 woningwetwoningen be tekent dat een totaal tekort van 850.000,Spreker vraagt zich dan ook af: Wat mankeert het rijk in dezen of wat mankeert de gemeente met het uit voeren van haar plannen? Hij heeft reeds aangedrongen op meer openheid van rijkswege. Mocht de gemeente geen hogere bedragen van het rijk krijgen, dan geeft hij in overweging de bouwplannen aan te passen aan de door het rijk te betalen grondprijzen, waardoor wordt voorkomen, dat Soest bij de woningwetbouw grote verliezen lijdt. Want voor zover hij kan nagaan, zullen de tekorten uit de algemene middelen moeten worden betaald. De wethouder HILHORST zegt dat voor grondkosten, zoals trouwens ook in de commissie duidelijk tot uiting is gekomen, 5.000,nodig is. Hij meent dat het ministerie niet juist heeft gehandeld. Toen het gemeente bestuur met het ministerie in overleg trad, heeft het college gesteld, dat bij een sluitende exploitatie de grondprijs 5.000,zou bedragen. Men gaf het gemeentebestuur gelijk, de cijfers konden niet worden bestreden. Bij het verlenen van de bouwvergunningen bleek het ministerie echter een lagere grondprijs te hebben vermeld. Het gemeentebestuur stond daarop voor de keuze: moet de bouw worden uitgesteld of: moet het gemeentebestuur blij ven corresponderen met het ministerie om achteraf alsnog de grondprijs op getrokken te krijgen. Het college heeft de laatste mogelijkheid gekozen. Doelbewust, om de bouw niet te stagneren, is de lagere grondprijs voorlopig geaccepteerd. Met dien verstande, dat het college zal blijven betogen, dat de door het rijk vermelde grondprijs niet gelijk is aan die prijs, die een sluitende exploitatie van de bouw mogelijk maakt. Bovendien verklaarde het ministerie zich achteraf - het is goed dit in de openbaarheid te stellen - niet akkoord met de mede door dit ministe rie zeifterekende prijzen. De goedkeuringen aan Soest zijn namelijk verleend - 258 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 259