16 februari 1966. De wethouder VAN DEN AREND is de heer Pieren er erkentelijk voor, dat hij duidelijk heeft gemaakt waarom het antwoord van het college wat langer is uitgebleven dan men gewend is. Spreker heeft in de vorige raadsvergadering al gezegd, dat het hier geen gebrek aan attentie van het college voor de brief van de Partij van de Arbeid-fractie betreft. Deze brief is tweemaal behandeld in de gascommissieTwee maanden geleden had de directeur van het gasbedrijf al een antwoord op deze brief geconcipieerd, doch in de daaropvolgende vergadering van de gascommissie is de directeur van het gasbedrijf met een ander antwoord gekomen. Het antwoord dat de di recteur van het gasbedrijf uiteindelijk heeft gegeven, is door het college van burgemeester en wethouders zondermeer overgenomen. Globaal gezien beantwoordt de verhouding stadsgasverbruik-aardgas- verbruik aan de verwachtingen van het college, met dien verstande dat van de 7.500 verbruikers 850 in belangrijke mate meer en 400 in belangrijke mate minder verbruiken dan was verwacht. Ten aanzien van de landelijke situatie in dit opzicht zijn er nog niet zo heel veel gegevens beschikbaar. Het bureau voor de statistiek van de gemeente Den Haag heeft een onderzoek ingesteld bij 5.500 verbruikers. Dat onderzoek heeft uitgewezen, dat het gasverbruik variërend van 2 tot 7% is gestegen. De oorzaak daarvan is voornamelijk het grotere warmtegebruik van aardgas bij de geyserwaakvlam men en bij de centrale ontsteking van de gasfornuizen. De heer PIEREN leest op bladzijde 2 van het antwoord van het college "Gezien het zeer geringe verbruik betekent dit voor betrokkenen niet meer dan enkele kwartjes per week". Spreker wijst er op, dat hier in plaats van "per week" moet staan: per maand. De wethouder VAN DEN AREND bevestigt dit. Mevrouw POLET-Musier merkt op dat in de Consumentengids van fe bruari in een staatje verschillende gemeenten worden vergeleken voor wat betreft de totale kosten van het aardgasverbruik per jaar in guldens uit gedrukt. Soest komt er in deze vergelijking niet zo best af. Deze gemeente staat hierin namelijk met rode letters en cijfers vermeld, hetgeen bete kent dat hier met minstens 5% boven de door de S.R.O.G. aanbevolen tarieven wordt uitgegaan, Is het mogelijk dat de directeur van het gasbedrijf een en ander nog eens nagaat en aan de hand van deze gegevens tot een hergroe pering van cijfers komt? Twee mensen uit spreeksters kennissenkring zijn overgegaan op centrale verwarming. Ze hebben zich door een verwarmings-technisch bureau laten voorrekenen, dat voor hen op het ogenblik, bij de thans geldende tarieven, het stoken van olie voordeliger is dan het stoken van aardgas. Voor zover dit een gevolg is van de in Soest geldende aardgastarieven be treurt spreekster dit zeer. Zij denkt hierbij met name aan de omstandigheid dat het aardgas voor iedereen voordeliger wordt naarmate het totale ver bruik groter wordt, wegens de mogelijkheid bepaalde kosten over een groter aantal m3 uit te smeren. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat de vraag van mevrouw Polet aan de directeur van het gasbedrijf zal worden voorgelegd. De in Soest geldende tarieven gaan niet uit boven de door de S.R.O.G. aanbevolen tarie ven; de hier geldende tarieven zijn dezelfde als die welke door de minis ter zijn vastgesteld, met dien verstande dat hier, om enigszins uit te komen, het vastrecht iets hoger is gesteld. Soest heeft de laagste tarie ven van alle bij het G.C.N. aangesloten gemeenten. Dit neemt echter niet weg, dat de bezwaren van mevrouw Polet wellicht gegrond kunnen zijn. De heer WESTRA merkt op dat Hilversum, Bussum en Laren wat de - 24 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 25