15 december 1966. toekomst dat er geen P.U.E.M. en geen Provinciaal Gasbedrijf of Gasdistri- butiebedrijf moet zijn, maar dat men als Nederlander moet erkennen, dat het gewenst is dat er een provinciaal energiebedrijf komt, dat iedereen voorziet van gas, water en electriciteithetgeen een belangrijke besparing zal kun nen betekenen in het administreren van de desbetreffende verbruikersgegevens Bovendien zullen er belangrijke besparingen kunnen komen op het gebied van de meteropneming. Dat zijn de punten waarop de heer de Groot doelde, want de besparingen op het personeel te Rotterdam worden daar onder meer veroor zaakt, doordat men de meteropneming en de administratie van gas, water en electriciteit heeft gecombineerd en geautomatiseerd. Op grond hiervan heeft men ook andere administratieve problemen verwerkt, waardoor een overcompleet aan personeel is ontstaan. Spreker verwacht dat het in de toekomst, ook voor wat betreft de provincie Utrecht, naar een dergelijke situatie toegaat. Wethouder van den Arend kan misschien in het GC.N.-verband informeren hoe de andere aange sloten gemeenten over deze materie denken. Destijds is voorgesteld dat de begroting van het G.C.N. ook in de gascommissie zal worden behandeld. Ligt het thans in de bedoeling dat deze begroting eerst in de gascommissie wordt behandeld, alvorens zij in de raad wordt gebracht? De wethouder VAN DEN AREND zegt dat vorige week de begroting van het G.C.N. in de algemene raad van het G.C.N. is behandeld en vastgesteld. Die begroting wordt nu aan de gemeentebesturen toegezonden. Alvorens deze begroting aan de raad aan te bieden, zal ze in de gascommissie worden behan deld. Soest heeft op 27 mei 1959 besloten toe te treden tot het G.C.N. Als lid werd aangewezen wethouder Oranje, als plaatsvervangend lid de heer C. van Andel Er is een hele discussie geweest over de taak van het G.C.N. Die taak is nader vastgesteld door de raad op 17 februari 1965, waarbij kwam vast te staan, dat de gemeenschappelijke regeling Gasvoorziening Centraal Nederland is omgewerkt tot een ander lichaam; een lichaam dat niet alleen gas levert aan de gemeenten die op het ogenblik bij het G.C.N. zijn aange sloten, maar zich ook ten doel stelt de witte plekken op de kaart (plekken waar nog geen aardgas aanwezig is) van gas te voorzien. Men kan die zaak uit sociaal oogpunt bezien: Iedere Nederlander heeft recht op aardgas. Spre ker kan zich indenken dat men dan vraagtof het de taak van de gemeente Soest is om te zorgen dat de van aardgas verstoken Nederlandse burgers van gas worden voorzien. Het staat wel vast, dat wanneer de Gasunie die witte plekken zou moeten verzorgen, dat zeer zeker niet zou gebeuren. Aan de an dere kant moet men bedenken, dat niet alle gebieden door het G.C.N. van gas worden voorzien. Wanneer uit een prognose blijkt dat bepaalde gebieden niet rendabel zijn, dan worden die niet van aardgas voorzien. Alleen ge bieden waarvan vaststaat dat de gasvoorziening na twee of drie jaar winst oplevert, worden aangesloten. Zo zijn onlangs Leusden en Harmeien aange sloten. Dat kost uiteraard het G.C.N. in het begin enig geld. Maar er is een zodanige regeling met die gemeenten getroffen, dat wanneer na twee of drie jaar winst wordt gemaakt, een gedeelte van die winst naar het G.C.N. gaat. Dat zal ook zijn uitwerking hebben op de gasprijs. Op het ogenblik heeft men nog verlies, maar dat verlies zal straks, wanneer er een grote afzet komt, worden omgezet in winst. Het is jammer dat de raad zich niet meer kan herinneren, dat de taak en de doelstelling van het G.C.N. veranderd zijn, dat medegewerkt zal worden aan de voorziening van aardgas in de witte plekken. Maar nogmaals: Alleen die gebieden komen in aanmerking, waarvan redelijkerwijs kan worden verondersteld, dat ze later winst zullen opleveren. - 266 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 267