15 december 1966, waarbij een behoorlijke uiteenzetting wordt gegeven. Er bestaat overigens geen bezwaar tegen om in de toelichting de prognoses op dit punt voor het komende jaar te vermelden. Dat blijven echter slechts prognoses. De heer VAN DEN BERG stelt voor post 1.32 (presentiegelden) te verhogen met 1.300,teneinde ambtenaren die qualitate qua de vergade ringen van het college voor de verlening van bijstand bijwonen, daarvoor presentiegeld te kunnen geven. De leden van het college voor de verlening van bijstand stellen regelmatig vragen naar aanleiding van de behandelde gevallen. Met het oog daarop moeten bedoelde ambtenaren aanwezig zijn om de commissieleden stante pede in te lichten. In het schriftelijk antwoord deelt het college mede, het toekennen van een presentiegeld aan ambtenaren voor het bijwonen van commissievergaderingen niet juist te achten, omdat de ambtenaren daarvoor extra verlof kunnen krijgen. In de praktijk wordt dat verlof echter niet opgenomen. Dat pleit slechts voor de betrokken ambte naren. Die hebben zoveel verantwoordelijkheidsgevoel, dat zij het verlof niet opnemen, omdat de werkzaamheden dit niet toelaten. De VOORZITTER zegt dat het voorstel van de heer van den Berg zich toespitst op de ambtenaren van de sociale dienst die de vergaderingen van het college voor de verlening van bijstand bijwonen. Men zou de zaak ook algemeen kunnen stellen. Er zijn meer vergaderingen van commissies en der gelijke, waar een ambtenaar of verschillende ambtenaren aanwezig zijn. Het college van burgemeester en wethouders staat op het standpunt, dat het tot de functie van de ambtenaren behoort om ook eens buiten de normale kantooruren in een vergadering van een commissie of college te verschijnen. De dagtaak van de ambtenaren begint weliswaar om half negen en eindigt om half zes, maar het is helemaal niet zo erg als er ook eens werk mee naar huis wordt genomen. In het algemeen is het zo; Hoe hoger de ambtenaar is, hoe meer werk hij mee naar huis neemt. Wanneer de goede gang van zaken met zich meebrengt, dat men ook des avonds eens een vergadering bijwoont, dan behoort dat tot de functie. Het college acht het onjuist dat apart te hono reren. Maar als men het bijwonen van commissievergaderingen door ambtenaren gaat honoreren, dan is het heel moeilijk de grens te trekken. Wie moet dan wel en wie moet dan geen vergoeding ontvangen? Een hogere ambtenaar zou zeker niet voor een dergelijke vergoeding in aanmerking komen. Het lijkt het college onjuist voor deze werkzaamheden - die zozeer een onderdeel van de functie uitmaken - eem aparte honorering te geven. De heer VAN DEN BERG kan het er toch echt niet mee eens zijn, dat het bijwonen van de vergaderingen van het college voor de verlening van bijstand inharent is aan de functie van de betrokken ambtenaren. Het Alge meen Ambtenarenreglement bevat daaromtrent geen enkele bepaling. De Algemene Bijstandswet is op 1 januari /In werking getreden, -terwiji het Algemeen Ambte narenreglement al vanaf ongeveer 1920 geldt. Op het moment van het opstel len van het Algemeen Ambtenarenreglement kon men niet voorzien de situatie, dat ambtenaren vrij frequent vergaderingen van het college voor de verlening van bijstand moeten bijwonen. Gezien de omjvang van het aantal vergaderingen van dat college, is het zeker redelijk de betrokken ambtenaren eenzelfde presentiegeld toe te kennen als de leden van genoemd college krijgen. Zou men voor deze ambtenaren de overwerkregeling toepassen - hetgeen niet onredelijk zou zijn -, dan zou de gemeente veel duurder uit zijn. Spreker handhaaft daarom zijn voorstel om volgnummer 1.32 te verhogen met 1.300, De heer VERHEUS ondersteunt het voorstel van de heer van den Berg. In het antwoord van het college wordt gesuggereerd, dat het wel eens voorkomt, dat een ambtenaar een avondvergadering moet bijwonen. Met betrek king tot het college voor de verlening van bijstand moeten de betrokken ambtenaren echter zeer frequent de vergaderingen bijwonen. Dat komt onge veer 20 maal per jaar voor. De wethouder DE HAAN merkt op dat het college nooit tot de betrok ken ambtenaren heeft gezegd, dat zij verplicht, zijn de vergaderingen van - 269 - mg 't ■ge ig 1 $r ple- r 3 nder pe- niet ge- 'gd i •eke- be- ïgro- rote Lale nde- com- woord len van lge- t f egro- de l af in wat mdswet ge- Li jke liet nen. rp voor ie zal rijgt, hulp van p de e ver- welke lulpbe- schrif- de toe- verslag verstrekt 1965

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 270