21 december 1966. of andere manier ook wel belang bij deze verbindingsweg zal hebben. Spreker ziet liever dat de waterschappen in combinatie met de gemeente als opdrachtgever optreden. Ook de Nederlandse Spoorwegen heb ben een groot financieel belang bij het vervallen van de opritten naar de spoorwegovergangen. Misschien is het mogelijk dat in het kader van de werkzaamheden van de Guituur Technische Dienst een subsidie wordt verstrekt. Spreker meent dat het gewenster is dat er een voorschot wordt verstrekt aan een combinatie van de waterschappen en de gemeente, ten einde de Heidemaatschappij een plan voor de verbindingsweg te laten ont werpen. Geeft men nu al een krediet, dan loopt de gemeente feitelijk vooruit op de eventuele status die de verbindingsweg in de toekomst krijgt. Spreker acht een dergelijk besluit op het ogenblik nog prematuur en hij zou het daarom zeer op prijs stellen, indien een voorschot wordt gegeven aan een te vormen combinatie van de waterschappen en de gemeente. Mevrouw POLET-Musler zegt dat in de financiële commissie de vraag is gesteld, of het niet verstandiger zou zijn om voor het verlenen van een opdracht aan de Heidemaatschappij eerst contact op te nemen met de Cultuur Technische Dienst, opdat men niet later in een situatie zal komen (als die Cultuur Technische Dienst met het werk begint) dat er wordt uitgegaan van de dan bestaande toestand. Spreekster meent dat de thans bestaande situatie vast moet worden opgenomen in het toekomstplan van de Cultuur Technische Dienst. De heer VAN POPPELEN zegt dat hij evenals de heer Dijkstra ach ter het onderhavige voorstel staat. Er zijn twee punten, namelijk de wa terbeheersing (de ontwatering of de watertoevoeging) en de ontsluiting van het gebied. Spreker meent dat hij niets behoeft te zeggen over de waterbe heersing. De waterbeheersing is volledig een taak die behoort tot het waterschap Men kan zich wel afvragen of de gemeente met betrekking tot de ontsluiting van het gebied bemoeienis heeft. Spreker meent van wel. Hij heeft daarvoor de volgende motivering: in het gebied zijn vrij veel onbewaakte spoorwegovergangen en een groot gedeelte van de agrarische bevolking wordt dagelijks vier keer blootge steld aan de gevaren van deze onbewaakte overwegen. Het passeren van deze overwegen tijdens mooi weer is niet het grootste probleem. Maar het pas seren van de overwegen vormt wel een probleem tijdens donkere dagen en mistig weer. Doordat de landbouw meer gemechaniseerd is geworden, hoort men door b.v. het geluid van een landbouwtrekker de trein niet meer aan komen. Voor deze bevolkingsgroep is een gevaarlijke situatie ontstaan. Daarom behoort de gemeente een krediet als omschreven in het voorstel beschikbaar te stellen. Een ander punt betreft de recreatieve waarde van de polderwegen. Veel inwoners van Soest trekken graag de bossen in, maar er is ook een groot aantal inwoners dat ruimte om zich heen wil hebben. Deze mensen gaan de polder in en kijken o.a. naar de dieren. Uit dit oogpunt is het ook voor de gemeente van groot belang, dat het desbetreffende gebied zal worden ontsloten. Spreker zou het daarom op prijs stellen als de raad dit voorstel steunt. De heer DE GROOT vraagt of het plan alleen als pluspunten heeft het vervallen der overwegen en een betere ontsluiting van het desbetref fende gebied. Speelt de ontwatering volstrekt geen rol in dit plan? De heer VAN POPPELEN: Dat is een apart plan.' De heer WESTRA zegt dat de heer van Poppelen verschillende motieven heeft aangevoerd, waaronder de onbewaakte overwegen. Maar deze onbewaakte overwegen worden gebruikt door degenen die aanweerszijden van deze overwegen land hebben. Spreker heeft eveneens gesteld, dat hij - 297 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 298