21 december 1966.
is berekend volgens de in 1957 geldende regels.
De wethouder DE HAAN: Inderdaad.
Het voorstel wordt, met inachtneming van de bij agendapunt 280
door de heer Verheus gemaakte opmerking, zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
282(27) Voorstel tot het verlenen van een krediet voor aansluiting op de riolering
van gemeentewoningen.
283(28) Voorstel tot het verstrekken van een renteloze geldlening, groot 8.000,--
aan de Ren- en Touristenvereniging "Tempo" te Soest voor het bouwen van
een clubhuis.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
284(29) Voorstel tot wijziging van het raadsbesluit tot gunning bouw 96 woningen
aan de N.V. Bouw- en Aannemingsbedrijf v.h. Willem van Asch Zonen te
Soest
De heer HOM zegt dat de gemeente Soest met de N.V. Bouw- en
Aannemingsbedrijf v.h. Willem van Asch Zonen te Soest overeenstemming
had bereikt over de bouw van 96 woningwetflatsEen bevoegde instantie
- hij mag in dit geval misschien niet spreken van de regering - maakt
aanmerking op deze overeenkomst en thans moet er op de aannemingssom worden
bezuinigd. Spreker wil tegen deze gang van zaken protesteren. De bouw kan
niet worden stopgezet, want Soest kan de huizen niet missen, maar het is
toch jammer dat van hoger-hand bezuinigingen worden opgedrongen, terwijl
men naderhand zal bemerken dat de bezuinigingen ten onrechte zijn aange
bracht
De heer DE BRUIN zegt dat de VVD-fractie zich gaarne bij de
woorden van de heer Hom aansluit. Is het bovendien mogelijk en wenselijk
het ongenoegen van de Soester raad met betrekking tot de handelswijze
van het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening bij de
bevoegde autoriteiten naar voren te brengen?
De heer DE GROOT zegt dat hij zich volledig aansluit bij de
woorden van de heer Hom en de Bruin. De gemeente moet voor een bedrag
van 28.500,bezuinigen. Wat is het netto overschot van de bezuiniging
als de onkosten, ontstaan door de aan te brengen bezuinigingen (bemoeienis
sen van ambtelijke instanties, de moeite die de gemeente Soest heeft gehad
om tot de bezuinging te komen)zijn afgetrokken? Spreker meent dat dat
overschot een zeer miniem bedrag zal zijn.
Hieruit blijkt een te grote ambtelijke bemoeienis. Spreker is
het dan ook volledig met de woorden van de heer de Bruin eens, dat het
gemeentebestuur van Soest er goed aan doet, zijn ongenoegen bij de bevoegde
instanties bekend te maken.
Mevrouw P0LET-Musier zegt dat in het onderhavige geval de gemeente
Soest natuurlijk haar ongenoegen kenbaar moet maken. Maar zou het ook zin
hebben om met andere gemeenten via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
te protesteren? Want het betreft niet alleen een Soester probleem. Overal
legt deze handelwijze van het ministerie het werk lam en alles duurt door
deze maatregelen zoveel langer. Sedert het eerste plan dat enigszins rede
lijk was wat prijs betreft, is al een half jaar verlopen. Spreekster is i
ervan overtuigd, dat het niet alleen in Soest gebeurtr maar overal. Zij
zou dan ook graag een protest van alle gemeenten zien.
De heer ELBERTSE zegt dat hij het volkomen met de woorden van
mevrouw Polet eens is. Hij zou graag willen, dat het gemeentebestuur met
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten of in samenwerking met meer gemeen
ten een krachtprotest laat horen tegen de willekeur die plaatsvindt en te
gen het feit, dat het centrale gezag in Den Haag niet de afspraken dekt,
die door de diverse provinciale directies (de direct aangewezen instanties
om de onderhandelingen met de gemeentebesturen en de aannemers te voeren)
zijn gemaakt. De provinciale directies worden zondepfoeer gepasseerd. Men
moeteen ernstig protest bij het centrale gezag laten horen, waaruit blijkt,
- 303 -