16 februari 1966. komen van het tehuis te maken krijgen met een aantal zaken die van bij zonder groot belang zijn. Spreker denkt hierbij o.a. aan het moment waarop men een directrice gaat benoemen en aan het moment waarop men de administratie zal opzetten - uiteraard in overleg met de N.C.H.B. - en zal tra hten daarvoor iemand aan te trekken. De heer Berkelbach van der Sprenkel tilt zwaar aan de met deze zaak gemoeide miljoenen. Maar die miljoenen moeten de N.C.H.B. meer benauwen aangezien die hiervoor instaat. De plaatselijke stichting krijgt te maken met het huurbedrag, dat door de N.C.H.B, wordt gedestilleerd uit de gedane investeringen, en zal moeten leren daarmede te leven en te beheren. Het bod van de aannemer was zodanig geformuleerd, dat het van belang was, het aanremangscortract tijdig te tekenen. Dat is in de be wuste^ week inderdaad gebeurd. Daarbij is echter nader overeengekomen, dat de aannemer drie maanden respijt geeft. Het is daarom dat het col lege er bij de raad op aandringt, in deze vergadering bepaalde onderde len van dit voorstel aan te nemen, zodat wat dit betreft moeilijkheden worden voorkomen. De heer Elbertse heeft gelijk met zijn opmerking dat de N.C.H.B. er goed aan zou hebben gedaan, als zij nog wat vergelijkende gegevens zou hebben geproduceerd. Dit kan alsnog gebeuren voor wat bètreft de volgende vergadering waarin deze materie aan de orde komt. De centrale zal op de wenselijkheid hiervan worden geattendeerd en daarbij zal wor den aangedrongen op een tijdige toezending van nadere gegevens. Uit anderen hoefde zijn spreker overigens wel vergelijkbare cijfers bekend en aan de hand daarvan moet hij zeggen, dat de in dit voorstel genoemde cijfers gfezien in het licht van de laatste prijsverhogingen geen gek figuur slaan: op zich zelf zijn zij hoog, maar gezien in het rijtje van de cijfers van nieuwe objecten ten aanzien waarvan de prijzen de laatste tijd zijn aangepast, zijn zij niet hoog te noemen. Het door de heer Westra aangesneden probleem van de bejaarden die voor verpleging ergens onderdak moeten worden gebracht is een probleem dat veel eerder provinciaal dan plaatselijk een rol speelt. Dit punt heef.t de aandacht en spreker gelooft dat het van belang is dat men hier aan aandacht bli-jft besteden. In een 'vergadering van het bestuur van de Stichting De Malva Hoeve is hierover reeds tamelijk uitvoerig van ge dachten gewisseld. Dat is ook logisch, want de stichting De Malva Hoeve is op dit terrein reeds min of meer bezig en dat zal eer meer dan minder worden. Binnenkort zal er een bespreking plaatsvinden met de directeur van de provinciale stichting voor de volksgezondheid waarin juist dit probleem nog eens aan de orde zal worden gesteld. Het is spreker bekend, dat gedeputeerde staten bijzonder worstelen met dit probleem. Zij hebben zelfs in een andere provincie onderdak moeten zoeken voor bejaarden die verpleging behoefden. Zo nijpend is deze zaak. Spreker is het met de heer Hom eens dat de in dit voorstel ge noemde pensionprijzen hoog zijn. Hij gelooft echter dat men moet trach ten wat vooruit te zien. Toen men 7 8 jaar geleden begon met de uit werking van de plannen, hoorde men van de prijzen die op dat moment gol den voor nieuwe tehuizen en daar schrok men toen van. Maar nu behoren die tehuizen langzamerhand tot een goedkopere categorie. Spreker ziet aankomen, dat over 10 jaren het onderhavige tehuis niet meer zo duur zal zijn als het zich nu laat aanzien. De prijzen van de bejaardencentra zullen in de tijd gezien door de stijgende kosten steeds wat hoger wor den, maar na het moment van bouw zijn de prijzen bepaald. De prijzen van de tehuizen die daarna tot stand komen, zullen weer hoger zijn. Dat zal op een gegeven moment wellicht aanleiding geven om de wijze van financie ren van de overheid enigszins te herzien. Spreker gelooft dat anders - 35 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 36