16 februari 1966.
De heer PIEREN zegt naar aanleiding van hetgeen de heer 01-
denboom heeft opgemerkt, dat er van de zijde van de sportstichting met
betrekking tot de onderhavige garantie wèl om een begroting is gevraagd,
doch dat haar nooit een begroting is voorgelegd. In de sportstichting
is met nadruk besproken, dat er van tevoren contact zou worden opgeno
men met de sportstichting. Dat is echter niet gebeurd. Spreker vindt
dit, zoals hij ook reeds tijdens een vorige raadsvergadering heeft ge
steld, getuigen van een slecht verenigingsbeleid van de betrokken ver
eniging
Hij heeft er behoefte aan, een woord van rehabilitatie te
spreken ten aanzien van het concours-organisatiecomité dat vroeger be
stond. Dat comité droeg een zgn. niet rechtspersoonlijk karakter en
bestond uit slechts drie mensen. Die drie mensen hebben verschillende
malen op uitnemende wijze een concours hippique georganiseerd en zij
deden dat goedkoper dan de in dit voorstel genoemde vereniging. Spre
ker merkt hierbij op dat hij er zich van bewust is, dat er inmiddels
allerlei kostenstijgingen hebben plaatsgehad.
Het verheugt hem dat de vereniging die dit concours hippique
heeft georganiseerd de kosten die meer in de consumptieve sfeer lagen,
voor haar rekening heeft genomen. Op gi^ond hiervan en mede gelet op de
in dit voorstel genoemde kosten van een afrastering en de opbrengst van
yerkocht touw en jute, kan hij zich voorstellen, dat de garantie wordt
verhoogd tot 4.000,--. Dit neemt niet weg dat hij bedenkingen heeft
tegen het door deze vereniging gevoerde beleid. Wanneer men als ver
eniging ter zake van de organisatie van een concours hippique aan de
gemeente een garantiekrediet vraagtdan moet men als goede verenigings-
bestuuisdus zo spoedig mogelijk een financieel overzicht aan het gemeen
tebestuur overleggen. Spreker vindt het getuigen van een slecht ver
enigingsbeleid, dat deze vereniging dit heeft nagelaten.
De heer HOM vindt het jammer, dat de financiële commissie haar
in het voorliggende voorstel verwerkte besluiten heeft genomen in een
onvoltallige vergadering. Het betreft hier een zeer belangrijk punt en
hij had verwacht, dat een dergelijk punt in de betrokken vergadering
van de financiële commissie als een van de eerst te behandelen punten
aan de orde zou zijn gesteld, d.w.z.op een tijdstip waarop alle leden
aanwezig konden zijn.
Spreker betreurt het voorts, dat er niet vooraf een begroting
is opgesteld ten aanzien van dit concours hippique. Hij gelooft dat alle
ellende waarmede men met betrekking tot dit concours te maken heeft ge
kregen, hoofdzakelijk het gevolg is van het feit dat niet van tevoren
is becijferd wat er zoal uit de bus zou kunnen komen. Hij betreurt dit
temeer, omdat de inkomsten die het concours hippique heeft opgeleverd
boven de verwachtingen lagen.
Voorts betreurt spreker het, dat deze zaak niet in samenwer
king met de sportstichting is behandeld, terwijl in de stukken uitdruk
kelijk is gesteld dat dit wel zou gebeuren.
Tot slot deelt spreker mede dat het grootste gedeelte van zijn
fractie voor de door het college voorgestelde verhoging van de verleende
garantie is, doch dat zijn fractie een verdere verhoging, zoals door
de heer Dijkstra wordt voorgestaan, pertinent afwijst.
De wethouder VAN DEN AREND merkt op dat de raadsleden volle
dig kennis hebben kunnen nemen van het dossier waarin men alles heeft
kunnen vinden wat men ter beoordeling van deze zaak nodig heeft. Spre
ker gelooft niet dat het zijn taak is, op deze zaak, die hij nogal
pijnlijk vindt, thans nog eens uitvoerig in te gaan.
Als antwoord aan de heer Hom zegt spreker dat de financiële
commissie haar in dit voorstel verwerkte besluit wèl in een voltallige
- 40